Sjoerd Mossou heeft met verbazing gekeken naar de Champions League-wedstrijd tussen Borussia Dortmund en PSV. De columnist van het Algemeen Dagblad zet zijn vraagtekens achter de vrijblijvendheid bij de Eindhovenaren, tijdens én na afloop van de nederlaag.
Na het eerdere 1-1 gelijkspel in Eindhoven bleek BVB in eigen huis een maatje te groot voor de ploeg van Peter Bosz. De subtopper van de Bundesliga stuurde PSV met een 2-0 nederlaag naar huis en zorgde daarmee voor de nekslag in de Champions League. Mossou had meer ‘ontgoocheling’ verwacht bij alles en iedereen van PSV.
“De spelers verzamelden zich bij de achterlijn van het Westfalenstadion, pal voor het uitvak. Gejuich en applaus steeg op. Er werd gezongen dat PSV kampioen werd”, zag Mossou. Toch zag het er heel gek uit, vond ik, dit verkapte kampioensfeestje in Nordrhein-Westfalen. Waar was de ontgoocheling? Waar was de bittere woede? Waar was het ongeloof na het missen van een kans uit duizenden”, schrijft de columnist vervolgens.
Mossou zag dat het gevoel van trots overheerste bij PSV. Als trouwe niet-PSV’er had ik me voor de televisie zojuist negentig minuten op zitten vreten. De onvoorstelbare janboel in het eerste halfuur, de zweem van vrijblijvendheid na rust, dat doe-maar-een-dotje-voetbal van Hirving Lozano, de zo modale tegenstand van godbetert Niklas Süle & co: als kijkspel had het stilaan iets ondraaglijks”, zag hij. “Na een tijdje kreeg je de neiging de afstandsbediening naar de televisie te smijten.”
De columnist weet waar de Eindhovense club de mist inging. “Het was een gezellige dag geweest in Dortmund, volgende keer beter, en we moesten vooral niet vergeten wat er allemaal wél goed ging. Daarin zat hem exact het probleem.”
Je moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
Inloggen