Steven Berghuis ergerde zich aan een beslissing van de arbitrage in de wedstrijd tussen RKC Waalwijk en Ajax. Hoewel het na afloop veel ging over een overtreding van Yassin Oukili die volgens Ajax-supporters te licht werd bestraft, was Berghuis vooral geïrriteerd door een niet-gegeven hoekschop in de blessuretijd.
In de derde minuut van de blessuretijd meende Ajax aanspraak te maken op een corner, maar grensrechter Maarten Ketting bepaalde anders. Hij vlagde voor een doeltrap. Brian Brobbey zou de bal als laatste hebben aangeraakt, maar Brobbey liet op het veld ook al duidelijk blijken dat verdediger Shawn Adewoye er in zijn ogen nog aan had gezeten.
Na de wedstrijd was er een onderonsje tussen Berghuis en trainer John van ’t Schip. De aanvaller kreeg op de persconferentie na de wedstrijd de vraag waar ze het over hadden. “Er was één moment dat de grensrechter aangaf dat het achterbal was, terwijl het echt een corner was. Ik had echt het gevoel dat hij dat deed om uit de situatie te zijn, dus om het zichzelf makkelijker te maken in plaats van objectief de situatie te beoordelen en gewoon een corner te geven”, zei Berghuis.
“Het was al zo’n drie à vier minuten aan de gang. Ik had echt het gevoel dat hij dacht: achterballetje, dan zijn we hier weg”, vervolgde de aanvaller over Ketting. “Hij maakte de keuze om het zichzelf makkelijk te maken, dat gevoel had ik. Verder hebben we het professioneel gedaan. Je moet er niet aan denken dat je hier 3-3 speelt.”
Je moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
Inloggen