Rafael van der Vaart en Royston Drenthe kunnen haar hartenlust vertellen over hun ervaringen met Cristiano Ronaldo bij Real Madrid, maar beiden waren vooral erg onder de indruk van Raúl González Blanco. De Spanjaard speelde ruim zestien seizoenen voor Real Madrid, werd zes keer kampioen van Spanje en won ook nog eens driemaal de Champions League. Van der Vaart kon vooral genieten van de lob van Raúl.
Eerst nog even over Ronaldo. Real Madrid betaalde in de zomer van 2009 een toenmalig recordbedrag voor de komst van de Portugees, die in de jaren ervoor bij Manchester United was uitgegroeid tot een van de beste spelers ter wereld en De Koninklijke de gewenste nieuwe successen moest bezorgen. Maar hoe enorm de status van Ronaldo ook was - zo werd hij in het Santiago Bernabéu gepresenteerd voor tienduizenden fans - er was in de kleedkamer maar één iemand de baas. “Voor Ronaldo was het natuurlijk ook een mijlpaal, binnenkomen bij de club”, vertelt Drenthe in Kick ’t Met van Ziggo Sport. “Het was CR7. Toen hij binnenkwam heeft hij geprobeerd om nummer 7 af te pakken van Raúl.”
Daarvan was de legendarische centrumspits niet gediend. “Raúl was toen al bankzitter, maar die zei alsnog: vriend zolang ik hier zit, raak je dat nummer niet aan. Snap je?”, kan Drenthe zich nog goed voor de geest halen. Ronaldo was die zomer niet de enige grote naam die de overstap maakte naar Real Madrid. Naast de Portugese ster haalde De Koninklijke ook Karim Benzema en Kaká naar Spanje. Laatstgenoemde had meer succes dan Ronaldo. “Gago had nummer 8, maar Kaká heeft dat nummer wel van hem afgepakt”, vertelt Drenthe, waarop Van der Vaart reageert dat de status van Raúl en Gago niet echt met elkaar te vergelijken valt. “Ja, maar wat ik probeer uit te leggen; je weet hoe het gaat. Die vraag is er wel geweest hoor, of Ronaldo nummer 7 kon opeisen. Geloof me nou maar”, aldus Drenthe.
Aan Raúl kon echter niemand komen. “We hebben het wel over Ronaldo en Guti, maar Raúl… Ik heb nog nooit iemand gezien die zó kan lobben”, vertelt Van der Vaart. “Onder de douche ging ik een keer naar zijn voeten kijken. Wij kunnen dat niet, want hij heeft ook hele rare tenen. Ga maar eens kijken naar al zijn goals. Dat kan niet eens.” Aan tafel wordt er gelachen om de anekdote van Van der Vaart, maar hij is bloedserieus. “Aan de manier waarop jouw voeten staan, zie je heel vaak of iemand een goede wreeftrap heeft. Hij had die lob, een goede wreeftrap had hij niet omdat hij die voeten niet heeft. Hij had geen kracht, vrije trappen en corners nam hij nooit. Alleen die lob…” Dat kan Drenthe beamen. “Als hij ging schieten op goal dacht ik vaak: de keepers zijn al warm. Maar zodra hij ging lobben… Dat sloeg nergens op.”
Je moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
Inloggen