Ajax-verdediger Gastón Ávila heeft donderdagavond een wedstrijd gespeeld waarin hij cijfers haalde, die nog niemand ooit eerder is noteerde in een Europese wedstrijd. Nooit eerder gemeten was er een voetballer op het veld met zo'n lage passnauwkeurigheid als de Argentijn in dienst van de Amsterdammers, met een minimum van honderd verstuurde ballen.
Dat blijkt uit data van OPTA. In de Champions League, Europa League en Conference League was er geen speler die minimaal honderd passes verstuurde, maar een passnauwkeurigheid had van slechts 74%. Volgens het databureau waren er meer dan 1100 spelers die meer dan honderd passes verstuurde in een Europese wedstrijd, maar zo slecht als Ávila dat deed, was er niemand.
In de studio van ESPN was analist Kenneth Perez ook keihard over de linkspoot, die 29 keer balverlies leed. “Als hij er iedere keer voor kiest om naar de verkeerde kleur te spelen, wordt het heel moeilijk.” Dat Jorrel Hato na de pauze in het centrum van de verdediging verscheen, was volgens hem logisch, omdat Ávila dat niet aan kan. "Dat is levensgevaarlijk. Of je zet hem neer als linksback, of je laat hem helemaal niet spelen."
Trainer Maurice Steijn was nog opvallend mild in de kritiek op Ávila, vond Kees Jansma bij Veronica. “Hij zegt dat hij die ene bal niet moet geven. Maar hij bedoelt natuurlijk dat hij veel beter moet spelen”, glimlachte de analist. “Maar hij gaat niet tekeer tegen deze spelersgroep, want hij is langzaamaan bezig om er een eenheid van te kneden.” Collega Dick Advocaat zag hetzelfde. “De achterhoede blijft een zwaktebod. Ze blijven kwetsbaar, daar moet hij aan werken. Maar met deze voorhoede creëer je altijd kansen, tegen welke tegenstander dan ook.”
Je moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
Inloggen