Assistent-trainer Nourdin Boukhari ziet bij Sparta Rotterdam één verschil tussen het tijdperk van Henk Fraser en van Maurice Steijn en dat is de samenstelling van de selectie. Op dit moment staan de Rotterdammers op een knappe vijfde plaats, waar de club vorig seizoen ternauwernood degradatie naar de Keuken Kampioen Divisie af wist te wenden.
Vier wedstrijden voor het einde heeft Sparta zijn recordaantal punten (53, uit het seizoen 1996/1997, red) al geëvenaard, sinds de invoering van het driepuntensysteem in 1995. En dat terwijl sterspelers Sven Mijnans (in de winter, red) en Maduka Okoye (afgelopen zomer, red) voor miljoenenbedragen werden verkocht. “Alles past precies”, geeft Boukhari aan bij NOS. “Dat is niet echt toeval, we hebben ons werk gedaan. Goed gekeken naar wat we missen en wat we konden halen. En wat dat eigenlijk kostte.”
Volgens Boukhari is de samenstelling van de selectie het grootste verschil tussen het Sparta van Fraser en dat van Steijn. “We hadden met Henk niet dezelfde selectie als nu. Overal hebben we nu twee goede spelers voor een positie. En ook wat jonge spelers die zich nog graag wilden ontwikkelen in de Eredivisie. En heel veel spelers hebben zich ontwikkeld. Vito van Crooij, Koki Saito en Shurandy Sambo. Tobias Lauritsen, die er al elf heeft gemaakt als spits. We zijn een hecht, goed team.”
Voor Steijn is het een ook verrassend goed jaar en dat doet de trainer goed. “Dit soort jaren maak je niet veel mee in je carrière”, zegt Steijn tegen het Algemeen Dagblad. “Dat geldt voor mij en voor de spelers. Ik was al trots om hier trainer te worden, maar als je ziet tot wat we in staat blijken te zijn met z’n allen, dat is niet normaal. En verdiend, hè? Ik vind, met uitzondering van de wedstrijd tegen NEC (1-1, red), dat we alle punten echt verdiend hebben. Ik denk dat we hier terecht staan. Het doet denken aan de tijden van Henk ten Cate bij Sparta.”
Je moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
Inloggen