Denemarken werkte met veel zelfvertrouwen toe naar de start van het WK, maar de eerste groepswedstrijd werd een teleurstelling. Met oud-Ajacieden Christian Eriksen, Kasper Dolberg en Rasmus Kristensen allemaal in de basis kregen de Denen Tunesië niet over de knie: 0-0.
Het was een wedstrijd om snel te vergeten voor de neutrale kijker. De spelers van Tunesië en Denemarken hebben het publiek niet weten te vermaken. Op enkele kansen na hebben de keepers een rustige middag gehad. Het doelpuntloze gelijke spel leek in de lijn der verwachting als je naar de beginfase van de wedstrijd keek.
Beide ploegen waren zoekende in het eerste bedrijf. De eerste kans kwam op naam van Mohamed Dräger. Hij schoot via een Deens been de bal vlak naast het doel van Kasper Schmeichel. Halverwege de eerste helft werd Denemarken dreigender en kreeg het enkele kansen. Echt getest werd de doelman van Tunesië niet. In de tegenaanval leek de uitspelende partij op voorsprong te komen, maar dit doelpunt werd afgevlagd. Na deze waarschuwing van de Tunesiërs kregen de Denen het heft in eigen hand. Tot serieuze mogelijkheden leidde dit niet. Een grote kans voor de tegenstander kwam er wel. Issam Jebali kwam oog in oog met de doelman, maar wist Schmeichel niet te passeren en zo gingen de ploegen met een 0-0 stand rusten.
Na de thee kwam Tunesië goed uit de kleedkamer en werd het dreigend richting het doel van Denemarken. Vlak daarna leken de Denen met een sterk antwoord te komen. Na een schermutseling schoot Joakim Maehle de bal in het doel, maar deze werd afgekeurd. Beide ploegen bleven de druk opvoeren op de openingstreffer. Het was Christian Eriksen met de eerste grote kans van de tweede helft. Vlak daarna trof Rasmus Kristensen uit een corner de paal. Meer van dit soort kansen kwamen er niet en zo eindigde de wedstrijd zoals die begon.
Je moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
Inloggen