Premier Rutte zet de deur voor fans terug in het stadion wijd open

Uitstekend nieuws voor de Eredivisie-clubs: premier Mark Rutte heeft aangegeven dat het kabinet serieus kijkt naar de mogelijkheden om weer supporters toe te laten in de voetbalstadions. Als er versoepelingen mogelijk zijn tijdens de volgende persconferentie – die volgende week dinsdag staat gepland –, dan staan de voetbalstadions hoog op het lijstje.

Dat heeft Rutte desgevraagd bevestigd tegenover het ANP. "We hebben de hoop dat er ruimte is om te versoepelen", liet Rutte weten over de huidige maatregelen die nog altijd genomen worden tegen de verspreiding van het coronavirus. Op dit moment is de horeca nog volledig dicht en worden ook de cultuur- en evenementensector hard geraakt. In die laatste categorie valt ook het bezoek aan het voetbalstadion.

Rutte gaf tijdens de vorige persconferentie al aan dat wanneer er ruimte was voor meer versoepelingen, dat de horeca, cultuur- en evenementensector vooraan stonden in de rij om weer open te mogen. Met het wederom bevestigen van dat bericht, geeft hij de voetbalstadions in elk geval weer hoop. Vrijdag komt het Outbreak Management Team (OMT) bij elkaar om te vergaderen over de huidige maatregelen.

Lees ook: Top-drie opent stadiondeuren niet zomaar voor demonstratie

Dat er tijdens de vorige persconferentie nog geen ruimte was voor versoepelingen, schoot behoorlijk in het verkeerde keelgat bij alle BVO's. Zij kondigden recent aan dat de stadions tijdens de eerste speelronde in februari sowieso demonstratief open zullen gaan, met of zonder toestemming van de overheid. Mogelijk gaat het kabinet dus voor die tijd meer ruimte geven voor de Nederlandse voetbalclubs. 

Vorige week kwam er wel een versoepeling voor het amateurvoetbal: er mag momenteel weer volop binnen en buiten gesport worden door de Nederlanders, zo werd bekendgemaakt. Daarbij mag het gedurende de gehele dag, dus de 05.00 tot 17.00-beperking vervalt. Voor het betaalde voetbal veranderde er bij de eerste persconferentie van Ernst Kuipers, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, echter niets.