Kranten: 'Alsof je naar een voorbereidingspotje keek'

Het Nederlands elftal speelde vrijdagavond een moeizaam duel in Letland. Oranje won weliswaar met 0-1, maar overtuigen deed het tegen de voetbaldwerg bepaald niet. De punten meenemen en de rest snel vergeten, zo luidde zaterdag ook de conclusie in de ochtendkranten. 

'Voldoende, maar dat is het ook wel', zo vatte het Algemeen Dagblad de wedstrijd in Letland samen. De openingstreffer van Davy Klaassen was 'één van de zeldzame hoogtepunten'. 'Het Nederlands elftal moest zich negentig minuten lang zien op te laden in zo ongeveer de minst intimiderende entourage denkbaar. Het Daugava-stadion had niet alleen het aangezicht van een bijveld, ook het schaarse publiek keek totaal apathisch naar de wedstrijd, waardoor je stilaan het gevoel bekroop dat je naar een voorbereidingspotje zat te kijken.'

De krant zag hoe het spel van Oranje er na die treffer in de negentiende minuut ook niet beter op werd. 'Op het beroerde veld ontbrak lang de nauwkeurigheid om tot uitgespeelde kansen te komen en in de tweede helft werd het spel almaar moeizamer.' Dat leidde ertoe dat de Letten in de slotfase zelfs nog aanspraak maakten op een punt. 'Justin Bijlow moest bij een Letse hoekschop nog al zijn kwaliteiten aanspreken. Het Oranje-publiek klapte dankbaar na de winst, tevreden ook met het resultaat bij Turkije-Noorwegen (1-1, red.), maar wat overbleef was toch vooral het gevoel van een tussendoortje.'

Dat laatste kon De Telegraaf beamen. Het dagblad sprak van een 'verplicht nummer', waarbij Oranje de focus miste om er een doelpuntenfestijn van te maken. 'Het was aanvallen zonder een vuist te maken. Het vernuft ontbrak om het Letland echt moeilijk te maken en na die eerste doeltreffende corner volgden twee ouderwets kansloze hoekschoppen.' 'Flets', zo omschreef de krant het spel van Oranje. 

Die ene treffer was echter genoeg voor de winst, en daarmee een grote stap richting het WK van 2022. 'De enige concurrentie komt nog van Noorwegen en Turkije, maar die landen staan op respectievelijk twee en vier punten. Daarbij heeft Nederland een punt extra door een veel beter doelsaldo, wat in Rotterdam maandag (tegen Gibraltar, red.) ongetwijfeld nog verder zal worden opgevijzeld.'