Bosz wilde bondscoach worden, KNVB belde 'alleen voor de vorm'

Peter Bosz (57) had wel degelijk oren naar gehad om bondscoach te worden van het Nederlands elftal in de afgelopen zomer. Na het vertrek van Ronald Koeman zocht de KNVB wel even contact met de coach van destijds nog Bayer Leverkusen, maar concreet benaderd werd hij nooit. En daar lag wel enige ruimte. "Hij staat er voor open."

Dat heeft Valentijn Driessen uit de doeken gedaan tijdens het tv-programma Veronica Inside. De journalist had een lang en uitgebreid gesprek met de huidige trainer van Olympique Lyon, die volgens hem wel degelijk open had gestaan voor gesprekken met de KNVB om de opvolger te worden van Koeman, die naar FC Barcelona was vertrokken. Destijds kwam er weliswaar een belletje vanuit Zeist, maar dat was eigenlijk alleen voor de vorm.

"Dat is ongelofelijk. Nico-Jan Hoogma belt Bosz op en die vraagt alleen: ben je vrij op dit moment?", reconstrueert Driessen de gesprekken. Daarop krijgt Hoogma een negatief antwoord, want Bosz zat op dat moment bij Bayer Leverkusen. "Dan kan ik je afstrepen", was het antwoord van directeur topvoetbal van de KNVB. "Hij wilde Bosz gewoon helemaal niet hebben. Het was een belletje voor de vorm, van: dan zijn we daar vanaf." De keuze viel uiteindelijk op Frank de Boer, die vertrok na een mislukt EK. 

Volgens Driessen staat Bosz echter wel open om een keer bondscoach te worden. Destijds en momenteel is dat niet heel veel veranderd. "Maar hij gaat niet wachten tot de KNVB eindelijk een keer contact opneemt met hem om eventueel bondscoach te worden na Van Gaal", aldus de journalist. "Als hij het goed doet bij Lyon, dan kan hij daar gewoon blijven. Maar van mij mag hij wel een keer bondscoach worden."

Bosz gaf in het interview overigens ook aan dat hij niet weet hoe zijn toekomst eruit ziet. "Ik heb hier een contract tot 2023. Het kan best zijn dat ik hierna zeg: het is mooi geweest", zei de coach in De Telegraaf. Het feit dat hij zijn kinderen en kleinkinderen nauwelijks ziet, weegt daarbij ook mee voor de oefenmeester. Dat laatste zou bij een eventueel bondscoachschap uiteraard niet per se een bezwaar hoeven zijn.