Spanje heeft maandagavond de vervelende voorbereiding niet van zich af kunnen spelen. De ploeg van Luis Enrique had te kampen met veel coronaproblemen in de afgelopen week, maar maakte desondanks een prima indruk tegen Zweden. Vooral in balbezit was het heer en meester, maar omdat de afronding nogal te wensen over liet bij onder andere Alvaro Morata, morste het wel meteen (0-0).
De voorbereiding op het openingsduel was voor beide ploegen zeer onrustig verlopen, waarvoor het coronavirus als schuldige mocht worden aangewezen. In de selecties werden spelers positief getest, waarbij vooral in Spanje de onrust erg groot was. Uiteindelijk stonden er in een warm Sevilla evenwel 22 fitte spelers aan de aftrap, waardoor het duel gewoon doorgang kon vinden.
De hoge temperatuur in Zuid-Spanje leek de koele Zweden al bij de warming-up naar het hoofd gestegen, want van meet af aan was het eenrichtingsverkeer van 'La Furia Roja' richting het doel van Robin Olsen. De Spanjaarden controleerden de wedstrijd in bizarre cijfers, hadden de bal en combineerden vlot. Zweden moest daardoor alle zeilen bij zetten om geen vroege tegentreffer te verwerken te krijgen en kwam aan aanvallen zelf helemaal niet toe. Het had daarbij de mazzel dat het Spanje aan enige scherpte ontbrak, want behoudens een uitstekende kopbal van Dani Olmo lukte het de ploeg van Luis Enrique lange tijd niet om Olsen écht aan het werk te zetten.
Zo kwam Zweden heel voorzichtig wat meer in de wedstrijd, al duurde het tot enkele minuten voor rust voordat het duel ook echt een wedstrijd werd. Dat begon met een wereldkans voor Alvaro Morata, die de hoek voor het uitzoeken had maar zich door de uitkomende Olsen liet dwingen om naast te schieten. Niet lang daarna leek Zweden een lange neus te kunnen trekken naar haar tegenstander, door de eerste de beste kans die het kreeg ook direct tot treffer te promoveren. Aleksander Isak, oud-speler van Willem ll, wist in twee instanties Spanje-doelman Unai Simon te verschalken, maar vond in extremis toch nog Marcos Llorente op de doellijn.
In de tweede helft bleek al snel dat Zweden in het duel was gegroeid. Verdedigend stond het bij de ploeg van Janne Andersson prima, waardoor het voor Spanje met het verstrijken van de tijd almaar frustrerender werd. Grote kansen kon de Europees kampioen van 2008 en 2012 ook niet noteren. Morata deed wederom te weinig met een tweede forse mogelijkheid die hem geboden werd en Koke wist de vuisten van Olsen alleen te testen met een bal die eigenlijk meer weg had van een voorzet. Zweden had op haar beurt de trekker wellicht nog over kunnen halen via Marcus Berg, maar de oud-PSV'er deed veel te weinig met de kans die Isak hem bood.
Zo sloeg naarmate de tweede helft verstreek de frustratie toe bij Spanje, terwijl Zweden ging geloven in een stunt. Andersson gooide daartoe het slot op de deur, maar moest toezien hoe de krachten van zijn manschappen wegvloeiden. Dat voelden de Spanjaarden natuurlijk ook, waardoor de ploeg de druk tot immense hoogte opvoerde. Invaller Gerard Moreno kreeg nog een geweldige kopkans, maar ook hij zag Olsen uitgroeien tot man van de avond. De zes minuten blessuretijd die Spanje werden gegeven dankzij het vele wisselen van beide coaches moet voor Zweden hebben gevoeld als de Mont Ventoux, maar die col van de buitencategorie werd door de Scandinaviërs dapper beklommen. Zodoende werd de eerste 0-0 van EURO 2020 een feit en moesten de punten tegen de zin van Luis Enrique en zijn ploeg in worden gedeeld.
Uiteindelijk mocht worden geconcludeerd dat Parijs spreekwoordelijk nog ver is, maar dat Spanje op basis van het optreden tegen Zweden voorlopig niet tot de topfavorieten van het toernooi zal worden gerekend. Wanhopen zal het land echter niet: in 2010 verloor Spanje zelfs de openingswedstrijd en werd het uiteindelijk wereldkampioen, terwijl het in 2012 haar uiteindelijke zegetocht opende met een remise tegen Italië (1-1). In dat kader is er nog geen man over boord voor La Furia Roja.
Man of the Match: Robin Olsen
Je moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
Inloggen