Sven van Beek is dit seizoen na jaren blessureleed eindelijk weer eens vaste waarde. De verdediger van Feyenoord verkaste in de winter op huurbasis naar Willem II, waar hij basiskracht is in de strijd tegen degradatie. Voor Van Beek zijn alle minuten die hij maakt extra fijn, omdat hij meermaals ook de andere kant van de medaille zag.
Van Beek kampte bij Feyenoord met problemen aan de enkel en teen, die hem het hele kampioensjaar 2016/2017 aan de kant hielden. "Er zijn genoeg momenten geweest waarop ik het totaal niet meer zag zitten om überhaupt weer te gaan voetballen", is hij eerlijk in gesprek met Brabants Dagblad. "Het lastigste aan revalideren is dat je telkens wat stapjes vooruit zet, maar daarna ook weer één of twee terug. Dat heb ik in al die tijd zo'n tien of twintig keer meegemaakt... Dat breekt je op een gegeven moment gewoon op."
Van Beek weet dat hij in die maanden niet de leukste persoon was. "Ik was soms echt niet te genieten thuis, iedereen zag dat het me helemaal aan het opvreten was. Ik zat in de bloei van mijn voetballeven, had op mijn top moeten zitten, en dan kom je ineens in zo'n hel terecht."
Van Beek kwam in de eerste seizoenshelft niet in actie, terwijl hij vorige jaargang slechts één minuut op het veld stond. Het dwong hem tot een tussentijdse overstap naar het tegen degradatie knokkende Willem II. Bij de Tilburgers kwam hij tot dusverre negen keer in actie. De laatste zes duels maakte hij de negentig minuten vol. In de laatste weken van het seizoen moet hij Willem II helpen aan het behouden van de vijftiende plaats.
Je moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
Inloggen