Keje Molenaar heeft zijn licht laten schijnen over de arbitragezaak over Abdelhak Nouri. De oud-voetballer van Ajax én gerespecteerd advocaat stelt dat het een zeer lastige kwestie is en zal blijven. "De drie leden van de arbitragecommissie zullen moeten gaan vaststellen welk bedrag Ajax aan schadevergoeding dient te betalen. Dat is gelet op de complexiteit en de emotionele lading van deze zaak geen sinecure."
Dat vertelt hij tegenover De Telegraaf over de aanstaande zaak tussen Ajax en de familie van Nouri. "Dat vindt zeer waarschijnlijk zijn oorzaak in een onoverbrugbaar verschil van inzicht omtrent de hoogte van de schadevergoeding die Ajax aan Nouri moet betalen. Het is nu aan een derde, onafhankelijke partij om die schadevergoeding bindend vast te stellen", legt Molenaar de huidige situatie uit. De arbitragecommissie zal een aantal specialisten aanstellen om de zaak in goede banen te kunnen leiden.
"Deze deskundigen zullen kennisnemen van alle argumenten van beide partijen, om vervolgens de arbitragecommissie te voorzien van een doorwrocht advies omtrent de hoogte van de schadevergoeding. Doorgaans wordt een dergelijk advies door de arbitragecommissie van de KNVB overgenomen", aldus Molenaar, die weet dat men zal gaan kijken naar wat de schade is bij Nouri. Die bestaat volgens hem uit diverse elementen, zoals 'voortdurende kosten van (medische) verzorging, juridische kosten, smartengeld en inkomensschade'.
"Het debat tussen partijen zal voornamelijk gaan over de inkomensschade van Nouri, ofwel zijn verlies aan arbeidsvermogen. Uit de media sijpelen in dat kader astronomische bedragen door die door de advocaten van Nouri worden geëist. Het is evenwel aan de door de arbitragecommissie te benoemen deskundigen om daarover een knoop door te hakken", zei Molenaar, die zelf ook nog een mening heeft over de afhandeling van de zaak.
"Gelet op andere gevallen van een hartstilstand op het voetbalveld, waarbij wel adequaat werd opgetreden (zoals bij Evander Sno), denk ik dat er voor Nouri nog wel degelijk een behoorlijke profcarrière in had gezeten, maar inderdaad niet meer op het absolute topniveau zoals bij Frenkie de Jong en Donny van de Beek. De vergelijking met een profcarrière in de (sub)top van het Nederlandse voetbal ligt meer in de rede", aldus Molenaar.
Je moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
Inloggen