Elia openhartig: "Spijt voor mijn keuze voor Nederland"

Eljero Elia heeft spijt van zijn terugkeer in Nederland. De buitenspeler van FC Utrecht baalt van de manier waarop men soms in Nederland met topsporters omgaat en dat er veel onwaarheden worden verteld over zijn situatie. "Spijt voor de keuze voor FC Utrecht heb ik niet, maar de keuze voor Nederland", aldus Elia over de situatie bij FC Utrecht en diverse incidenten in de afgelopen maanden. 

Dat vertelt hij tegenover Voetbal International. "In die paar maanden hier heb ik al meer gezeur en gedoe gehad dan in drie jaar Turkije. Ook daar werd ik weleens gewisseld of speelde ik een mindere wedstrijd. Maar hier lig ik altijd onder een vergrootglas. Dat is heel mijn leven al zo", weet Elia, die het gevoel heeft dat hij zich niet heeft kunnen verdedigen voor veel dingen die rondgaan.

Bijvoorbeeld dat hij een geldwolf zou zijn met zijn keuze voor FC Utrecht of dat het lang duurde voor hij fit was. "John van den Brom zei dat ik nog niet wedstrijdfit was, dat ik nog tijd nodig had. Dat zinnetje bleef hij maar herhalen. Maar het klopte niet. Als je elke week voor dezelfde elf jongens kiest, moet je eerlijk zijn en zeggen: Dit is de beste opstelling en daar hoort Elia niet bij", vindt Elia. "Ik had last van zijn uitspraken, net als mijn omgeving. Mijn vader, mijn moeder werden erop aangesproken, mijn vrienden. Ik werd weggezet als een slechte prof."

Lees ook: Elia reageert op 'incident' met cameraman: 'Heel triest dit'

Ook de treurige situatie met zijn dochter heeft invloed gehad op het eerste half jaar van Elia in Nederland. "Het is een harde wereld, maar we moeten wel redelijk blijven", vindt Elia. "Mensen moeten mij ook niet beoordelen op twee invalbeurten. Ik voetbal nog op mijn 33ste omdat ik het leuk vind. Maar afgelopen jaar was het vaker niet meer leuk", aldus de aanvaller, die in de beginfase van zijn tijd in de Domstad ook nog met corona kampte. In alle gevallen hoopt hij dus op een beter 2021. "Misschien dat iedereen dan ook weer een beetje liever tegen elkaar wordt. Dat zou de voetballerij wel goed doen."