Pover Oranje verliest met minimale cijfers van sterke Italianen

Het Nederlands elftal heeft zijn tweede poulewedstrijd in de Nations League in eigen huis met 0-1 verloren van Italië. Die zege was terecht te noemen, aangezien de Italianen het grootste gedeelte van het duel dominanter en dreigender waren dan het povere Nederlands elftal. De enige goal viel vlak voor rust, toen Nicolo Barella van dichtbij raak kopte.

Italië drong Oranje aanvankelijk veelvuldig terug op eigen helft. Met name met de constant opkomende linksback Leonardo Spinazzola had het Nederlands elftal, en dan in het bijzonder Hans Hateboer veel moeite. Tot grote kansen leidde dat in het eerste kwartier nog niet, maar niet veel later was Nicolo Zaniolo voor het eerst gevaarlijk na een voorzet van Spinazzola.

Enkele minuten later liet ook Serie A-topscorer Ciro Immobile zich gelden. Een bekeken schot van de geslepen aanvaller belandde net naast het doel. Oranje kon er op zijn beurt maar niet aan te pas komen. Het stuitte telkens op de goed georganiseerde Italianen, die dominanter waren. Na ruim een half uur zorgde Georginio Wijjnaldum voor het eerste plaagstootje, maar diens schot werd moeiteloos gevangen door Gianluigi Donnarumma.

Enkele minuten later was Lorenzo Insigne tweemaal gevaarlijk. Diens eerste schot ging nét naast, bij de tweede inzet van de Napoli-aanvaller bracht Jasper Cillessen redding. Diezelfde Cillessen moest een kleine tien minuten later, nadat Zaniolo geblesseerd was gewisseld, het antwoord schuldig blijven op een harde kopbal van Nicolo Barella: 0-1. De middenvelder kon de bal op aangeven van Immobile achter Cillessen koppen. Er viel maar weinig af te dingen op die voorsprong.

Na rust waren het opnieuw de Italianen die als eerste gevaarlijk werden. Cillessen plukte een schot van Lorenzo Insigne uit de hoek. Donny van de Beek nam daarna het doel van Donnarumma onder vuur, maar deed dat eveneens zonder succes. Het bleek de laatste actie van de kersverse Manchester United-middenvelder, die werd vervangen door Steven Bergwijn.

Het zorgde niet voor meer kansen voor het Nederlands elftal. Het spelbeeld bleef hetzelfde: Italië dicteerde en verdedigde de voorsprong zonder al te veel problemen. Langzaamaan bekroop het gevoel dat Oranje nog uren door had kunnen spelen, maar dat de desgewenste goal nooit zou vallen. In de slotfase trachtte Memphis zijn teamgenoot Frenkie de Jong nog in kansrijke positie te brengen, maar laatstgenoemde kon niet tot een schot komen.

In de laatste minuten wilde Oranje nog een penalty, maar scheidsrechter Felix Brych zag niets in het duwtje op invaller Denzel Dumfries. Aan de andere kant kreeg Moise Kean nog een kans op 0-2, maar de aanvaller van Everton schoot over. Desondanks bleef Oranje uiteindelijk met lege handen achter. Polen won het andere duel in groep 1 met 1-2 van Bosnië en Herzegovina. Italië gaat zodoende aan kop met vier punten, Nederland en Polen volgen met ieder drie punten. Bosnië-Herzegovina staat laatste met slechts één punt.