'Bijzonder laf dat Van Rijn profvoetbal in kou laat staan'

De KNVB en clubs kijken uit naar de komst van Tamara van Ark als minister voor medische zorg en sport. Dat stelt Valentijn Driessen. Volgens hem heeft Martin van Rijn, die volgende maand zijn functie afstaat aan Van Ark, een slechte indruk achter gelaten. 'Laffe Van Rijn laat profvoetbal in steek', kopt het column van Driessen.

'KNVB en clubs waren aanvankelijk blij met Van Rijn (PvdA) ervan uitgaande dat hij het voetbaldossier voor zijn vertrek op 9 juli met een groen potlood zou afvinken. Onderwijl hunkeren partijen naar 9 juli en dat Van Rijns opvolger Tamara van Ark (VVD) meer compassie toont met de voetbalondernemers en het gewenste overlevingspakket aanreikt', schrijft Driessen als chef voetbal van De Telegraaf in diezelfde krant.

Driessen komt als volgt tot die conclusies: allereerst schrijft hij in het column dat de politiek iets verder vooruit had moeten kijken met het verbod op betaald voetbal. 'Bijvoorbeeld door niet in één keer een knock-out voor vier maanden uit te delen, maar te kiezen voor acht tellen rust. Het is achteraf een koe in de kont kijken en honderd procent beslissingen werden genomen met 50% kennis. Toch moeten daaruit lessen voor de toekomst worden getrokken.'

Het besluit in Den Haag zorgde ervoor dat clubs economisch en sportief hard zijn getroffen. 'Voor een deel dus onterecht en onnodig. Met die wetenschap verwacht je enige coulance vanuit politiek Den Haag met betrekking tot het door de KNVB en clubs ingeleverde Deltaplan. Een plan waaraan nota bene diverse politici van alle kleuren en ambtenaren op het ministerie voor Medische Zorg en Sport in meer of mindere mate hebben bijgedragen. Maar minister Martin van Rijn geeft geen sjoege. Zelfs niet nu KNVB-directeur Eric Gudde nogmaals verklaarde dat hij vreest dat er profclubs zullen omvallen.'

Aan het kabinet vraagt het profvoetbal een vangnet van maximaal 140 miljoen euro. Gezien de laatste ontwikkelingen, kan dat bedrag zomaar onder de 100 miljoen uitvallen. 'Het is teleurstellend dat het kabinet tientallen tot honderden miljoenen uitdeelt, maar het profvoetbal in de kou laat staan ondanks medeverantwoordelijkheid voor de huidige malaise. Het is zelfs bijzonder laf, omdat de negatieve grondhouding van Van Rijn en zijn ministerie is gebaseerd op angst voor beeldvorming. Bang dat het lijkt of overheidsgeld wordt aangewend voor miljoenensalarissen of om transfers te financieren. De topvier wil geen gebruik maken van het financiële vangnet en de rest van de clubs betaalt geen loon met zes nullen. Verder zijn transfers een wezenlijk onderdeel van de bedrijfsvoering bij Nederlandse profclubs.'