Liverpool won de eerste acht wedstrijden in de Premier League allemaal, maar heeft die perfecte status niet kunnen uitbreiden naar negen. Het team van Jürgen Klopp kwam op bezoek bij het in crisis verkerende Manchester United niet verder dan een 1-1 gelijkspel. Daar is de koploper waarschijnlijk niet eens ontevreden mee, aangezien het lange tijd tegen een achterstand aan keek.
Liverpool begon als torenhoge favoriet aan de uitwedstrijd op Old Trafford. Manchester United won niet één van de laatste drie competitieduels en was daarvoor afgegleden naar de schandalige veertiende positie in de Premier League. Daarbij komt dat onder meer Paul Pogba en Anthony Martial door blessures niet inzetbaar waren voor de onder druk liggende Ole Gunnar Solskjaer. Liverpool won daarentegen alle acht wedstrijden en bouwde daarmee al een voorsprong van acht punten op ten opzichte van achtervolger Manchester City, dat eerder deze speelronde al won en dus inliep.
De Duitser was woest en kon zich een kleine tien minuten later helemaal niet meer inhouden. Sadio Mané schoot namelijk de 1-1 achter David De Gea, maar werd teruggeroepen door de VAR. De Senegalees maakte eerder in de aanval namelijk licht hands. United kwam goed weg en haalde de pauze met een 1-1 stand. Na de doelwissel schroefde Liverpool de duimschroeven verder aan.
United kwam nauwelijks van de eigen helft af, maar desondanks kreeg Liverpool weinig grote kansen. Het leek daardoor in 1-0 voor de thuisploeg te eindigen, tot Liverpool in de slotfase alsnog toe sloeg. Invaller Adam Lallana, die na zeventig minuten was ingebracht, tikte binnen na een prachtige voorzet van Andy Robertson. Het was zijn eerste goal sinds mei 2017. Georginio Wijnaldum maakte dat niet meer van dichtbij mee, aangezien hij eerder in de tweede helft was gewisseld.
Liverpool wilde in de slotfase nog meer dan de 1-1 remise en zette United met de rug tegen de muur. Ondanks het vele balbezit schoot de koploper niet meer met scherp.
Je moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
Inloggen