De wrede uitschakeling van Ajax in de Champions League haalt bij Theo Lucius (op archiefbeeld) een oude wond open. De oud-verdediger weet uit eigen ervaring hoe pijnlijk het is om op het nippertje de eindstrijd van het belangrijkste clubtoernooi mis te lopen. In 2005 greep hij met PSV nét naast een finaleticket.
In 2005 was PSV heel dicht bij de finale van de Champions League. Het heenduel in Milaan was in 2-0 geëindigd, maar in de returnwedstrijd slaagden de Eindhovenaren erin de nederlaag weg te poetsen. De wedstrijd in het Philips Stadion leek de verlenging in te gaan, totdat Massimo Ambrosini in de laatste minuut de 2-1 maakte. PSV scoorde via Phillip Cocu nog de 3-1, maar dat was niet genoeg voor een finaleplaats.
De klap kwam keihard aan, weet Lucius nog. "Ik denk dat het voor Ajax nóg lastiger is dan voor ons toen. En het was op dat moment al heel heftig. We waren er allemaal een aantal dagen stuk van. Als je er zo dichtbij bent, doet dat veel pijn", zegt hij tegen het Eindhovens Dagblad. "Ajax was eigenlijk al door. Hadden ze die 2-2 vastgehouden, dan was de buit binnen. Wij kwamen wel in een soort roes en hadden de achterstand uit Milaan weggepoetst, maar er was niets zeker. We hadden het betere van het spel en leken wel op weg, tot Ambrosini die goal maakte. Ineens doofde het vuurtje en de opwinding in het stadion compleet."
Het verschil tussen het PSV van toen en Ajax van nu? "Wij waren al kampioen", zegt Lucius. "En dat waren we anders ook gewoon geworden, omdat we mentaal ontzettend sterk en de beste waren. Hoe we die dreun tegen Milan verwerkt hebben? Guus Hiddink gaf ons drie dagen vrij en uiteindelijk verzamelden we pas weer op de dag van de volgende wedstrijd. Iedereen stond er weer en vond dat de sportieve plicht gedaan moest worden. Ook wilden we de bekerfinale nog winnen."
Je moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
Inloggen