Atlético Madrid heeft niet geprofiteerd van het puntverlies van FC Barcelona van zaterdagavond. De ploeg van Diego Simeone ging op bezoek bij Real Betis Sevilla zelfs onderuit: een strafschop van Sergio Canales was genoeg voor de zege van de thuisploeg: 1-0. Daardoor was het een bijzonder zuur debuut voor spits Álvaro Morata.
Daardoor ziet Atlético Madrid het verschil met FC Barcelona niet kleiner worden: nadat de Catalanen gelijkspeelden tegen Valencia (2-2) was dit de kans om op een verschil van drie punten te komen. Maar met Santiago Arias in de ploeg lukte het Atléti niet om de overhand te nemen: sterker nog het mocht keeper Jan Oblak dankbaar zijn dat het niet al razendsnel 1-0 werd.
De Sloveense keeper hield een heerlijke kopbal van Zouhair Feddal op katachtige wijze uit het doel en voorkwam een achterstand na zes minuten. Drie minuten later was debutant Morata uit een counter samen met Antoine Griezmann dicht bij de openingstreffer, maar hij stuitte op Pau López.
En dus duurde het lang voordat er een doelpunt viel. Met Filipe Luis voor Arias in de rust in de ploeg gekomen en Vitolo voor Thomas Lemar kreeg Atlético iets meer grip, maar het doelpunt viel aan de andere kant. Canales benutte, met enige moeite, de toekende strafschop, waarna de bezoekers nog een slotoffensief inzette.
Griezmann raakte nog de paal, maar kon de nederlaag niet meer afwenden. Daardoor is het een vervelend debuut voor Morata, die ziet dat Atlético Madrid door de eerste nederlaag sinds 1 september 2018 in La Liga zes punten achter staat op FC Barcelona. Hoe anders had dat kunnen zijn bij een zege. Nu moet de ploeg vooral achterom kijken en zien of Real Madrid later op de dag dichterbij komt op de ranglijst.
Wat een redding van Oblak 👏👏👏#BETATM #ZiggoSport pic.twitter.com/DtpRbkyee5
— Ziggo Sport Voetbal (@ZS_Voetbal) February 3, 2019
Je moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
Inloggen