Met Ögmundur Kristinsson (Excelsior), Mark Birighitti (NAC Breda) en Timon Wellenreuther (Willem II) heeft de Eredivisie een aantal buitenlandse keepers die gedurende het seizoen hun basisplaatsen verloren zijn vanwege tegenvallende prestaties. Mattijs Branderhorst was een van de eersten die de eerste keuze uit het doel verdreef en inmiddels een goede indruk maakt bij de Tilburgers. "Maar meevoetballend moet het nog wel beter", oordeelt hij.
Op het clubkanaal gaat hij in op zijn eerste maanden in het eerste van Willem II. "Ik kijk met een glimlach naar mijn eigen ontwikkeling", vertelt de keeper. "Vanaf minuut één is het eigenlijk vrij goed gegaan. De prestaties zijn stabiel en een paar keer ben ik behoorlijk belangrijk geweest. Hoogtepunt was voor mij natuurlijk de kwartfinale in de beker."
Hoewel hij beduidend minder fouten maakt dan zijn voorganger Wellenreuther, ziet Branderhorst nog genoeg dingen die beter kunnen. Logisch, vindt hij. "Dit is pas mijn eerste seizoen in het eerste van Willem II. Mijn trap is af en toe te wisselvallig. Als stabiele keeper moet dat ook terug te zien zijn in mijn trap."
Tegen ADO Den Haag is daarvoor de eerste kans in de Eredivisie zaterdagavond. Geen makkelijke wedstrijd, weet de doelman. "ADO is een hele degelijke ploeg, met een aantal goede spelers die een wedstrijd kunnen beslissen. Verder is het een ploeg die voor elkaar vecht. Het hoeft niet altijd mooi, maar wel effectief."
Je moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
Inloggen