Tien Nederlanders die ook terugkeerden op het oude nest

Klaas-Jan Huntelaar gaat voor een comeback bij Ajax, zo is officieel bekendgemaakt. De 33-jarige Achterhoeker treedt daarmee in de voetsporen van veel andere grote Nederlandse voetballers, die ooit een veelbesproken terugkeer op het oude nest vierden. FCUpdate.nl zet tien van deze 'comeback kids' op een rijtje.

Dirk Kuyt

[photo,90890,left,]

De terugkeer van Huntelaar bij Ajax doet natuurlijk in eerste instantie denken aan de rentree van Dirk Kuyt bij Feyenoord. Nadat de Katwijker tussen 2003 en 2006 81 doelpunten in 120 wedstrijden had gemaakt voor de club uit Rotterdam-Zuid, stapte hij in de zomer van 2015 na meer dan geslaagde avonturen bij Liverpool en Fenerbahçe weer uit de helikopter in De Kuip. Iedereen weet hoe de carrière van Kuyt geëindigd is. De publiekslieveling van Feyenoord schoot zijn club met een hattrick tegen Heracles Almelo (3-1 winst) naar de eerste landstitel sinds 1999. Daar hoopt Huntelaar ook op, zo zei hij tijdens zijn presentatie bij Ajax: "Het doel is om aan het eind van het seizoen, samen met de rest van het team die schaal in handen te hebben."

Frank Rijkaard

[photo,101050,left,]

Nog succesvoller bij zijn terugkeer op de Nederlandse velden was Frank Rijkaard. Na acht mooie seizoenen in Ajax 1 en uitstapjes bij Sporting Lissabon en Real Zaragoza, groeide de middenvelder bij AC Milan uit tot een speler van internationale naam en faam. In 1993 sloot Ajax de 73-voudig international van Oranje weer in de armen. Na zijn vijf prachtjaren bij Milan plakte Rijkaard er nog twee goede seizoenen achteraan bij Ajax, waar hij zijn carrière afsloot met de winst van de Champions League in 1995.

Mark van Bommel

[photo,78007,left,]

De carrière van Mark van Bommel blijft ongelofelijk. Na zijn eerste glansrijke periode bij PSV (1999-2005) speelde de man uit Maasbracht voor drie van de grootste clubs ter wereld: FC Barcelona (2005-2006), Bayern München (2006-2011) en AC Milan (2011-2012). Hoewel laatstgenoemde club de controlerende middenvelder graag aan boord wilde houden, opteerde Van Bommel voor een terugkeer naar PSV. Er volgde een seizoen met meer kaarten dan successen, iets wat onderstreept werd met het feit dat hij afscheid nam met een rode kaart in de met 3-1 verloren wedstrijd tegen FC Twente. Toch was het mooi om te zien hoe populair Van Bommel nog was in Eindhoven. En dat zal de oud-middenvelder, momenteel werkzaam in de jeugd van de Eindhovense club, altijd blijven.

Phillip Cocu

[photo,5288,left,]

Nog voordat Mark van Bommel bij PSV vertrok, werd eerst nog een andere verloren zoon in de armen gesloten door de Eindhovense topclub. Phillip Cocu, momenteel de hoofdcoach in het Philips Stadion, meldde zich na zes prachtige jaren bij FC Barcelona op voorspraak van Guus Hiddink weer in de lichtstad. Cocu domineerde samen met Van Bommel en Johann Vogel op het middenveld en mede door hun inbreng beleefde PSV haar op één na succesvolste seizoen ooit. Naast het pakken van de nationale dubbel werd de halve finale van de Champions League bereikt in 2005. Met 23 competitiegoals in drie seizoen kende Cocu een mooie tweede periode bij PSV, waar hij zijn loopbaan uiteindelijk niet afsloot. Dat deed de 101-voudig international in 2008 bij Al-Jazira.

Johan Cruijff

[photo,96739,left,]

In dit rijtje kan Johan Cruijff natuurlijk niet ontbreken. De legendarische nummer 14 vierde tussen 1964 en 1973 grote successen met Ajax, waar hij met het door zichzelf geïntroduceerde 'totaalvoetbal' drie keer op rij de Europa Cup I wist te winnen. Na een wat raar vertrek bij Ajax – Cruijff wilde weg, omdat Piet Keizer tot aanvoerder gestemd werd – ging Nederlands' grootste voetballer aller tijden naar FC Barcelona. Nadat het icoon de verlosser werd in Catalonië, kwam hij via LA Aztecs, Washington Diplomats en Levante weer terug bij Ajax, in 1981. Na twee kampioenschappen en de 'tandem-penalty' Jesper Olsen raakte Cruijff in conflict met voorzitter Harmsen, waardoor de nummer 14 op eigen initiatief naar aartsrivaal Feyenoord overstapte.

John Heitinga

[photo,95560,left,]

Iemand waar Klaas-Jan Huntelaar beter geen voorbeeld aan kan nemen is John Heitinga. De voormalig verdediger werd in de zomer van 2015 vol bombarie teruggehaald door Ajax, maar een echte rol van betekenis speelde Heitinga niet in zijn tweede tijdperk bij de Amsterdamse club. De stopper kwam na zijn terugkeer tot slechts drie officiële optredens in de hoofdmacht van Ajax, waarvoor hij nog wel trefzeker was in het bekerduel met De Graafschap. Zowel Heitinga als Ajax zal er meer van hebben verwacht. Voortijdig kondigde Heitinga, die inmiddels een trainerscarrière opgestart heeft, zijn afscheid als profvoetballer aan.

Pierre van Hooijdonk

[photo,14125,left,]

Terugkeren bij twee clubs kan je natuurlijk ook doen. Dat heeft Pierre van Hooijdonk tijdens zijn spelerscarrière gedaan. De spits maakte eerst zijn rentree bij NAC Breda, waar hij tussen 1991 en 1995 81 goals in slechts 115 optredens had weten te maken. Na het seizoen 2005/2006 weer in Breda te hebben gespeeld, stapte Van Hooijdonk over naar een andere voormalig werkgever: Feyenoord. Met een zevende plaats in de Eredivisie en slechts acht goals in 37 duels werd het geen feestelijke aangelegenheid in Rotterdam-Zuid. Daarna vond Van Hooijdonk het ook genoeg geweest.

Edgar Davids

[photo,17699,left,]

Na 149 officiële wedstrijden in Ajax 1, met onder meer de Europa Cup I-winst in 1995, verkaste Edgar Davids in 1996 naar AC Milan. Dat was echter niet de club waar hij naam maakte in Italië. Dat gebeurde bij Juventus, waar de messcherpe middenvelder van 1998 tussen 2003 speelde. Via FC Barcelona (huur), Internazionale en Tottenham Hotspur sloot Davids weer aan bij Ajax, maar een groot succes werd ook zijn rentree niet. De routinier brak in een oefenwedstrijd tegen Go Ahead Eagles zijn scheenbeen, terwijl hij geen scheenbeschermers droeg. Na één jaar hield Davids het weer voor gezien bij Ajax, alvorens hij na dienstverbanden bij Crystal Palace en Barnet FC een punt zette achter zijn loopbaan.

Giovanni van Bronckhorst

[photo,46133,left,]

De rijke carrière van Giovanni van Bronckhorst zag het levenslicht bij Feyenoord, maar kende ook zijn einde in Rotterdam-Zuid. Na mooie jaren bij Glasgow Rangers, Arsenal en FC Barcelona werd de linksachter in 2007 weer in de armen gesloten door Feyenoord. Niet voor één jaartje, maar voor drie seizoenen. Mooi was dat Van Bronckhorst zijn vakantie vroegtijdig beëindigde om de eerste training te kunnen meemaken. De aanvoerder van Feyenoord hoefde ook geen winstpremies te ontvangen bij de Rotterdammers, waarmee hij in 2008 nog de KNVB Beker won. Als trainer lukte hem dat later ook in 2016, het jaar voordat Gio met Feyenoord eindelijk weer eens kampioen wist te worden. Van Bronckhorst kan nooit meer stuk bij Het Legioen.

Aron Winter

[photo,101058,left,]

Net als Huntelaar, Rijkaard, Van Bommel en Davids was Aron Winter werkzaam op Italiaanse bodem. Nadat de middenvelder tussen 1986 en 1992 bij Ajax zijn doorbraak in het internationale topvoetbal beleefde, was hij vijf jaar actief bij Lazio Roma en kwam hij vier seizoenen uit voor Internazionale, waarmee hij de UEFA Cup won in 1998. Dat lukte hem in 1992 ook bij Ajax, waar hij in 1999 weer neerstreek. In 2000/2001 vond Co Adriaanse dat het beste er wel een beetje af was bij de 84-voudig international, die toen verhuurd werd aan Sparta. Onder trainer Ronald Koeman speelde Winter nog wel weer bij Ajax, waar hij op 2 oktober 2002 afscheid nam in de Champions League-uitwedstrijd tegen Rosenborg BK (0-0).