AS Monaco heeft als laatste ploeg de halve finale van de Champions League bereikt. Een 3-1 zege in eigen stadion was ruimschoots voldoende om Borussia Dortmund van een stunt te houden. Marco Reus maakte het heel even spannend met een verdiende aansluitingstreffer na rust, maar Valère Germain beëindigde de hoop op een Duits mirakel: 3-1.
Borussia Dortmund stond voor een hele zware opgave na de 2-3 nederlaag in eigen huis. Over die wedstrijd lag een grote schaduw na de aanslag op de spelersbus, waarbij Marc Bartra gewond raakte aan zijn pols. De Duitsers waren bovendien niet blij dat ze een dag na de schokkende gebeurtenissen al weer op moesten draven van de UEFA.
Ook in Monaco verliep de voorbereiding van de Champions League-winnaar van 1997 allesbehalve optimaal. De bus van Dortmund werd, zonder bekendmaking van reden, twintig minuten opgehouden door de lokale politie. Daarna bereikten de bezoekers zonder incidenten Stade Louis II, al begon het duel wel vijf minuten later.
De meegereisde Bartra had nog wel de tijd genomen om het laatste woord te nemen in de kleedkamer en zijn teamgenoten te inspireren om een prachtige comeback te realiseren. De speech van de verdediger kon zijn ploeg in de openingsfase niet opzwepen tot grote daden. Monaco kwam juist wel uitstekend uit de startblokken.
Mendy stond eerst aan de basis van de openingstreffer met een hard schot, dat niet goed werd verwerkt door Roman Bürki. Supertalent Kylian Mbappé profiteerde optimaal van de rebound: 1-0. Binnen drie minuten na het eerste fluitsignaal was de klus voor de bezoekers zo nog zwaarder geworden.
Een kwartier later begon het al op een mission impossible te lijken. Nadat Marco Reus een vrije schietkans niet had weten te benutten en Nuri Sahin de binnenkant van de paal had geraakt uit een vrije trap, haalde Falcao wel het maximale rendement uit één van de vele gevaarlijke aanvallen van Monaco. Weer was Mendy één van de schakels in een razendsnelle aanval over links, besloten met een panklare voorzet van Lemar op het hoofd van zijn spits: 2-0.
Tuchel gooide na de tweede tegengoal het roer rigoureus om, Durm werd binnen het half uur gewisseld voor Ousmane Dembélé. De Franse dribbelaar moest Mendy meer tot verdedigende taken dwingen. Die ingreep deed de wedstrijd al voor rust enigszins kantelen. Monaco moest verder terug en Dortmund kwam vaker in de buurt van doelman Danijel Subasic, zonder hem echt in de problemen te brengen.
Dat veranderde vroeg in de tweede helft. Dembélé bekroonde een geweldige rush langs de zijlijn, waarbij hij Mendy te snel af was, met een afgemeten voorzet naar Reus. De Duits international wist er wel raad mee en liet de Monaco-goalie kansloos door de bal met binnekant voet richting de bovenhoek te sturen: 2-1.
Met nog voldoende tijd op de klok en aanhoudende druk op het doel van Subasic was een stunt niet uitgesloten, maar de scherpte voor de goal bij Dortmund liet ook in de tweede helft te wensen over. Dat was bij een messcherp counterend Monaco ook het geval, tot Germain meteen na zijn invalbeurt de trekker wel overhaalde. Hij stond nog geen minuut op het veld alvorens hij de bevrijdende 3-1 binnenschoot.
Monaco bereikt zo de laatste vier van het miljoenenbal, iets wat ze in 2004 voor het laatst presteerden. Toen was Porto in de finale uiteindelijk te sterk. Het is nu de taak aan trainer Leonardo Jardim en zijn talentvolle ploeg om voor het eerst de 'cup met de grote oren' naar het prinsdom te brengen.
Je moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
Inloggen