Sergio Ramos was dinsdag in de return tegen Napoli in de achtste finale van de Champions League belangrijk met de gelijkmaker en bewees vijf dagen later weer zijn waarde voor Real Madrid. De verdediger maakte het winnende doelpunt in de thuiswedstrijd tegen Real Betis Sevilla: 2-1.
Real Madrid moest zich tegen Real Betis, waar Ryan Donk op de bank bleef, terug knokken van een achterstand. De bezoekers namen in de 25ste minuut de leiding na een blunder van Real-keeper Keylor Navas. De sluitpost uit Costa Rica liet een ogenschijnlijk eenvoudig schot van Antonio Sanabria glippen, waardoor het 0-1 werd.
Voor de rust overtuigde Real Madrid nog niet, maar vier minuten voor de pauze maakte het wel 1-1 via Cristiano Ronaldo. De Portugese vedette kopte raak uit een voorzet van Marcelo vanaf de linkerflank. Eveneens met het hoofd, uit een corner van Toni Kroos, legde Ramos tien minuten voor tijd de eindscore vast op 2-1.
Betis-verdediger Cristiano Piccini was vlak voor de 2-1 met zijn tweede gele kaart van het veld gestuurd. In de slotfase kregen de bezoekers met een man minder wel nog een grote kans op de gelijkmaker. Álex Alegría nam het Madrileense doel onder vuur, maar ditmaal was de ingreep van Navas wél goed.
Door de winst neemt Real de koppositie in La Liga weer over van FC Barcelona. Dat team verloor eerder op de dag met 2-1 bij Deportivo La Coruna. Real speelde één duel minder dan de Catalaanse rivaal.
Je moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
Inloggen