Voor de laatste keer blikken wij terug op EURO 2016 in Frankrijk, dat tot verbazing van velen gewonnen werd door Portugal. FCUpdate.nl trekt tien conclusies na het eindtoernooi in Frankrijk en gaat zich dan weer volledig focussen op het clubvoetbal. De belangrijkste uitkomst: het was niet een héél amusementsrijk EK, maar de kleinere landen gaven het toernooi toch wel aardig wat kleur.
Natuurlijk is het altijd genieten geblazen met een groot toernooi als het EK. Elke wedstrijd heeft zijn eigen verhaal en is de moeite waard. Toch was het niet zo mooi als anders. Natuurlijk komt dat voor een aanzienlijk deel door de afwezigheid van Oranje. Dat gegeven bleef de Nederlandse voetbalfans uiteraard enorm steken tijdens de eindronde in Frankrijk. Maar los daarvan bracht EURO 2016 in onze ogen ook te weinig amusement, spektakel en vooral ook spanning. Er waren weinig ploegen die dominant en attractief voetbal op de mat legden en de nieuwe opzet van het EK werkte ook niet echt mee. Meer hierover in onderstaande conclusies.
Het recept: leunen op een sterke goalie (Rui Patrício) en een door José Fonte en Pepe zeer goed georganiseerde defensie en van daaruit speculeren op de individuele klasse van Cristiano Ronaldo en Nani. Er worden weinig risico's genomen en dat betaalt zich uit. Dat lijkt steeds meer een trend te worden in het voetbal. Bovendien wordt er in (aanloop van) verlengingen zeer defensief gespeeld, waardoor wedstrijden steeds sneller op saaie wijze afstevenen op een penaltyserie. Beter een strafschoppenloterij dan een cruciale goal tegen, lijkt de gedachte te zijn. Denk aan duels als Polen-Portugal, Duitsland-Italië of Zwitserland-Polen. De speelwijze van de ploegen is ook af te lezen aan het aantal goals op het EK. Dat waren er 108 in totaal en 2,12 per wedstrijd. Het gemiddelde lag sinds 1980 slechts één keer lager, in 1996 (2,06).
Wat ook opviel, was dat spelers van de kleinere voetballanden fysiek en tactisch gezien steeds beter in staat zijn om het een hele wedstrijd vol te houden om compact en georganiseerd te staan en de ruimtes daarmee kort te houden, waardoor de grotere landen het een stuk moeilijker hebben om de tegenstanders kapot te spelen. Omdat de kleinere landen groter worden, wordt het gat tussen de kleine en de grote landen minder groot. Bovendien lijkt een aantal grote landen kleiner te worden, met Engeland natuurlijk als grote voorbeeld. Spanje stelde ook teleur op het EK, terwijl Duitsland het na de achtste finales ook lastig kreeg.
Het EK zag er dit keer een stuk anders uit dan voorheen. Het deelnemersveld werd namelijk uitgebreid van zestien tot 24 landen. Door de deelname van acht extra teams werden er twintig wedstrijden meer afgewerkt dan voorheen en gingen in de zes groepen van vier deelnemers naast de nummers één en twee ook de beste vier van de zes nummers drie verder naar de knock-outfase. Zo kon Portugal zonder te winnen doorgaan naar de achtste finale en wist ook Noord-Ierland door te stomen met slechts drie verzamelde punten.
Genoeg over een gebrek aan amusement, anti-voetbal en een gebrekkig format. Er speelden zich namelijk ook genoeg mooie, leuke en grappige dingen af in Frankrijk. Wat te denken van de prestaties van de kleinere voetballanden, die vriend en vijand wisten te verbazen met hun optreden in Frankrijk. Hoewel Albanië, Noord-Ierland, Ierland en Hongarije aantoonden dat ze geen lelijke eendjes waren, zijn met name de prestaties van Wales en IJsland bewonderenswaardig te noemen. De Welshe ploeg geraakte onder aanvoering van Gareth Bale, onder meer ten koste van België, zeer knap tot de laatste vier. In de halve finale was Portugal (0-2) te sterk. De IJslanders wisten de groepsfase ongeslagen te overleven, alvorens er met Engeland (2-1) werd afgerekend in de achtste finale. In de kwartfinale was gastheer Frankrijk (5-2) te sterk.
Door: Koen Jans
[photo,98260,left,]
Je moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
Inloggen