FC Twente stapt naar burgerrechter voor kort geding

FC Twente legt zich niet neer bij het voornemen van de licentiecommissie om de club te laten degraderen naar de Jupiler League. Twente spant, nog voordat het voorgenomen besluit van de licentiecommissie definitief is, bij de burgerrechter een kort geding aan tegen de KNVB.

Bestuurslid Jan Schutrups lichtte die beslissing toe op een ingelaste persconferentie en de officiële website van Twente. "Voordat die beroepsgang tot een eindconclusie zal leiden, kan het voor FC Twente weleens te laat zijn. Wij hebben eenvoudigweg niet meer de tijd om dat af te wachten. Onze organisatorische en financiële positie is inmiddels zodanig dat het water ons aan de lippen staat. Waar andere clubs inmiddels al volop bezig zijn met de voorbereiding op het nieuwe seizoen kan FC Twente nu al maandenlang geen kant op. Als wij inderdaad gedwongen moeten degraderen dan betekent dat onvermijdelijk dat een belangrijk deel van de gemaakt financiële afspraken met tal van partijen zullen komen te vervallen of onder zware druk komen te staan."

Interim-directeur Onno Jacos: "Er staat heel veel op het spel: namelijk niets meer of minder dan het voortbestaan van deze club. Dat zeg ik niet om te dramatiseren of te overdrijven, dat is de bittere realiteit als dit voorgenomen besluit werkelijk zou worden. Het is tegen die achtergrond dat wij gisteren en vanochtend de noodzakelijke voorbereidingen hebben genomen tot het nemen van juridische stappen. Wij zijn er echt van overtuigd zijn dat het nieuwe FC Twente alles gedaan heeft om haar verantwoordelijkheid te nemen voor het verleden en daarmee de licentie voor de toekomst veilig te stellen."

Op 15 december 2015 verklaarde de KNVB het volgende: 'FC Twente behoudt de proflicentie als zij de aanbevelingen van het onderzoek tot tevredenheid van de licentiecommissie uiterlijk 1 mei 2016 doorvoeren'. Schutrups: "Met de operatie 'schoon schip' hebben wij in alle openheid meegewerkt aan het naar boven halen van misstanden uit het verleden. Wij meenden er op te mogen vertrouwen dat de licentiecommissie die insteek zou honoreren met het onvoorwaardelijk teruggeven van onze licentie. Nu dat ondanks de gewekte verwachtingen niet is gebeurd, stappen wij naar de burgerlijke rechter."