Napoli heeft zondagmiddag de kans laten liggen om de koppositie in de Serie A weer over te nemen van Internazionale, dat zaterdag met 1-0 van Genoa wist te winnen. De Partenopei liepen na achttien (!) wedstrijden ongeslagen te zijn geweest weer eens tegen een nederlaag aan. De ploeg van coach Maurizio Sarri werd verrassend genoeg over de knie gelegd door Bologna: 3-2.
Napoli is dit seizoen ijzersterk, maar op bezoek in het Stadio Renato Dall'Ara kwamen de lichtblauwen er aanvankelijk niet aan te pas tegen Bologna. Afgelopen maandag kwam de formatie uit Napels voor het eerst in 25 jaar bovenaan te staan in de Serie A, maar dat werkte niet bepaald inspirerend. Binnen twintig minuten was het al 2-0 voor Bologna, dankzij doelpunten van Mattia Destro en Luca Rossettini.
Kon Napoli er dan echt niets tegenover stellen? Weinig, maar wel wat. José María Callejón was in de eerste helft wel dicht bij de gelijkmaker, maar de rappe Spanjaard trof het aluminium. In het tweede bedrijf probeerden de Napolitanen alsnog op zoek te gaan naar de aansluiting, maar die kwam er niet. De uitblinkende Destro maakte na een uur spelen een einde aan de illusies van Sarri en co, waar topscorer Gonzalo Higuaín eerst niet echt in stelling kon worden gebracht. De Argentijn maakte in de slotfase echter nog in drie minuten tijd zijn dertiende én vertiende Serie A-goal van het seizoen. Het werd dus nog even spannend, maar tot een punt leidde het niet: 3-2.
Napoli, waar oud-PSV'er Dries Mertens als invaller binnen de lijnen kwam en Jonathan de Guzman niet op het wedstrijdformulier stond, blijft door de dure nederlaag twee punten achter Inter staan.
Je moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
Inloggen