Lionel Messi heeft tegen Jamaica op de Copa América zijn honderdste interland voor Argentinië afgewerkt. De aanvaller wist zijn jubileum niet op te fleuren met een doelpunt. Geheel verrassend was dat niet, aangezien hij voor de Argentijnse ploeg beduidend minder trefzeker is dan voor zijn club FC Barcelona.
Sinds zijn debuut op 17 augustus 2005 tegen Hongarije maakte Messi 46 doelpunten voor zijn land. Dat eerste optreden had overigens veel weg van een nachtmerrie. Hij kreeg al na een minuut de rode kaart. Scheidsrechter Markus Merk constateerde een slaande beweging en stuurde Messi direct van het veld. In de kleedkamer huilde hij naar verluidt minutenlang tranen met tuiten.
In de daaropvolgende jaren groeide de dribbelaar bij Barcelona uit tot een absolute wereldster. In 315 wedstrijden voor de Catalanen was hij goed voor maar liefst 286 treffers. Zijn productie in het shirt van Argentinië steekt daar schril bij af. Een hoofdprijs is bovendien ook achterwege gebleven. Afgelopen zomer kreeg hij een kans op het WK in Brazilië, maar de finale ging na een verlenging verloren tegen Duitsland.
Messi is er daarom op gebrand het toernooi om de Copa América te winnen. Het zou de eerste hoofdprijs voor het land zijn sinds de eindzege van het Zuid-Amerikaanse landentoernooi in 1993. Dankzij een treffer van collega Gonzalo Higuain tegen Jamaica bereikte Argentinië als groepswinnaar de kwartfinales. Nog drie winstpartijen en Messi mag ook namens La Albiceleste eindelijk eens een hoofdprijs in ontvangst nemen.
Je moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
Inloggen