Voor het eerst sinds 2004 kan AS Monaco vanavond (woensdag) de halve finale van de Champions League bereiken. Dat jaar schopte de ploeg uit het Prinsdom het zelfs tot de eindstrijd, waarin het FC Porto van José Mourinho met 3-0 te sterk was. FCUpdate.nl werpt een blik op de ploeg van 2004, die onder leiding stond van de destijds als hoofdcoach debuterende Didier Deschamps.
De weg naar de CL-finale van 2004 begon voor AS Monaco in Eindhoven. In de eerste groepswedstrijd won het in het Philips Stadion van PSV (1-2), een zege die cruciaal zou blijken in Groep C. Op speeldag vier baarde Monaco opzien door Deportivo la Coruna, de belangrijkste concurrent, met 8-3 te verslaan. Het won de poule, één punt voor Deportivo en PSV. In de achtste finale had het wat geluk tegen Lokomotiv Moskou (2-1 nederlaag, 1-0 zege), maar daarna volgden indrukwekkende zeges op Real Madrid en Chelsea. Welke spelers gaven AS Monaco dat seizoen kleur en hadden een belangrijke bijdrage aan het historische succes?
Patrice Evra
De komst van de Braziliaanse superster Ronaldo naar Real Madrid was geen goed nieuws voor Fernando Morientes. Omdat ook clubicoon Raúl nog onder contract stond en Real verder beschikte over spelers als Luis Figo en Zinedine Zidane, wist Morientes dat zijn kansen op speeltijd beperkt waren. En dus vertrok hij in de zomer van 2013 op huurbasis naar AS Monaco, dat nog wel een goede spits kon gebruiken.
Negentig minuten later had Prso, samen met Monaco, Champions League-historie geschreven. De wedstrijd eindigde in 8-3, nog altijd de meest doelpuntrijke wedstrijd ooit in het miljoenenbal. En Prso maakte er vier, iets dat op dat moment alleen Marco van Basten en Simone Inzaghi voor elkaar hadden gekregen in de CL. Inmiddels hebben Lionel Messi en Luiz Adriano die prestatie overigens overtroffen door vijf keer in één duel te zorgen.
Minder memorabel, maar misschien nog wel belangrijker nog dan zijn vier goals tegen Deportivo, was het doelpunt dat Prso later in het toernooi maakte tegen Lokomotiv Moskou. Dankzij een treffer van de Kroaat werd het 1-0, precies genoeg om de 2-1 uitnederlaag weg te poetsen en de kwartfinale te bereiken. Daarna scoorde hij nog één keer, in de halve finale tegen Chelsea, waarmee zijn totale productie in het CL-seizoen uitkwam op zeven goals. In de finale tegen FC Porto zat hij 'gewoon' weer op de bank. Enkele weken later vertrok Prso uit Monaco, hij ging aan de slag bij Glasgow Rangers. Bij de Schotse club werd de lange Kroaat enorm populair, maar wegens aanhoudend blessureleed moest hij in 2007 een punt achter zijn carrière zetten.
Opstelling AS Monaco in Champions League-finale tegen FC Porto
Flavio Roma; Hugo Ibarra, Julien Rodriguez, Gaël Givet (72' Sébastien Squillaci), Patrice Evra; Edouard Cissé (64' Shabani Nonda), Lucas Bernardi, Akis Zikos; Ludovic Giuly (23' Dado Prso), Fernando Morientes, Jerome Rothen
Door: Roland Mather
Je moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
Inloggen