Oranje kan het nog. Dat is de belangrijkste conclusie na Nederland-Spanje, een oefenpotje dat vooraf wat overbodig leek. Drie dagen na het teleurstellende gelijkspel tegen Turkije in de EK-kwalificatie (1-1) legde de ploeg een prima pot voetbal op de mat tegen de regerend Europees kampioen. Door vroege doelpunten van Stefan de Vrij en Davy Klaassen werd het in de ArenA 2-0.
Het chagrijn was groot rond Oranje, de afgelopen dagen. Na de wedstrijd tegen de Turken slepen alle media de messen en dat was niet zonder reden, want het spel van Nederland was uitermate belabberd. Bovendien waren niet alleen de tactische keuzes van bondscoach Guus Hiddink twijfelachtig, zijn analyse na afloop ook. Wie naar hem luisterde zonder de wedstrijd gezien te hebben, kreeg de indruk dat Oranje het best goed gedaan had.
Onverdiend was deze voorsprong niet te noemen, want Oranje voetbalde goed en fris. Alles wat tegen de Turken ontbrak was nu aanwezig, inclusief de aanhoudende drang om naar voren te voetballen. Het middenveld, met Klaassen en Daley Blind, functioneerde uitstekend. Natuurlijk ging er ook nog veel mis, vooral achterin waren de slippertjes niet op één hand te tellen, maar Oranje had eindelijk kleur op de wangen.
Ondanks een slotoffensiefje van Spanje bleef het 2-0, een resultaat waar Oranje trots op mag zijn. De ellende van de EK-kwalificatie is niet ineens vergeten, maar door deze overwinning kan het chagrijn weer plaatsmaken voor voorzichtig optimisme. Oranje is het voetballen niet verleerd, zo bleek dinsdag in de ArenA.
Je moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
Inloggen