Beoogde WK-ploeg Oranje boekt zuinige zege op Ghana

Dertien dagen voor de eerste WK-wedstrijd, op vrijdag 13 juni tegen Spanje, begint Oranje wat kleur te krijgen. Tegen Ghana boekte de formatie van bondscoach Louis van Gaal een 1-0 oefenzege, met name dankzij een aardige eerste helft. Het enige doelpunt werd gemaakt door Robin van Persie, de aanvoerder stond vroeg in de wedstrijd aan het eind van een prima aanval via Wesley Sneijder en Arjen Robben.

Vlekkeloos was het allemaal nog niet wat Oranje liet zien tegen Ghana. Dat kon ook bijna niet, want het was voor de meeste basiskrachten hun eerste oefenduel richting het WK. Twee weken geleden, tegen Ecuador, bestond de ploeg nog vrijwel volledig uit spelers uit de Eredivisie. Ten opzichte van dat duel waren Ron Vlaar, Nigel de Jong, Jonathan de Guzman, Arjen Robben en Wesley Sneijder er nu bijgekomen. De elf spelers die in de Kuip in het veld stonden, met De Guzman op het middenveld, vormen de beoogde basisploeg voor het WK.

Het doelpunt kwam voort uit één van de voordelen die het nieuwe spelsysteem, 3-5-2, biedt. Van Persie, Robben en Sneijder hebben nu meer dan tevoren de mogelijkheid om te zwerven en de ruimte op te zoeken, iets waar met name Robben aanvankelijk veel in slaagde. Als de aanvaller van Bayern het vizier iets meer op scherp had gehad, was Oranje met een 2-0 of 3-0 voorsprong de rust ingegaan. Omdat hij twee grote kansen liet liggen, waarvan één voor een leeg doel na een voorzet van Daley Blind, bleef de voorsprong beperkt tot één.

Dat Ghana niet gevaarlijk kon worden is een compliment voor de defensie, die onder leiding stond van Stefan de Vrij. Maar omdat de angel in de tweede helft ook wel uit het spel van Oranje verdween, nam de amusementswaarde van het duel niet toe. Robben zorgde met een schot vanuit een moeilijke hoek voor het meest gevaarlijke moment voor het Ghanese doel, maar een tweede treffer zou na rust teveel van het goede zijn geweest voor Oranje. De ploeg boekte eindelijk weer een zege, de eerste sinds half oktober tegen Turkije, en kan daar tevreden over zijn. Maar tegen Spanje, over dertien dagen, zal het toch echt beter moeten.