Chelsea-scout Piet de Visser bestrijdt dat Nederlandse talenten in eigen land moeten blijven om zich te ontwikkelen. Volgens de 78-jarige Nederlander wordt de kloof tussen de eredivisie en de topcompetities steeds groter.
"De weerstand in de eredivisie is niet groot genoeg voor talenten om zich goed te ontwikkelen", aldus De Visser in De Telegraaf. "Ik zie een jongen als Tonny Vilhena dit seizoen bij Feyenoord niet beter worden. Bruno Martins Indi, een ander interessant talent, is zelfs op de bank terechtgekomen. De eredivisie is een leuke competitie, maar de weerbaarheid wordt in Nederland te weinig getraind; talenten worden te veel gepamperd en te weinig op de proef gesteld. Ik denk dat Jeffrey Bruma en Karim Rekik op dit moment niet zover waren geweest als ze niet eerst naar Engeland waren gegaan."
De Visser blijft de eredivisie wel in de gaten houden. "Nederland blijft een interessant land voor een club als Chelsea om goed in de gaten te houden. Het talent blijft komen en technisch en tactisch zijn de Nederlandse spelers nog altijd sterk. Maar we moeten ons in Nederland wel afvragen waarom er zoveel meer talent uit Afrika en Zuid-Amerika doorbreekt bij de grote topclubs. Ons talent moet harder gaan trainen en mentaal gehard worden om die achterstand in te lopen."
Je moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
Inloggen