Een dag na het mislopen van de titel op het jeugd-EK kan Italië weer lachen. De A-internationals van de viervoudig wereldkampioen bereikten woensdag (lokale tijd) de halve finale op de Confederations Cup door, ondanks een dramatisch begin, in een thriller met 4-3 te winnen van Japan. Door dit resultaat zit ook gastland Brazilië, dat eerder op de dag Mexico met 2-0 versloeg, bij de laatste vier.
Waar Jong Italië de afgelopen dagen bij veel voetballiefhebbers irritaties wekte vanwege de 'irritante trekjes' in het spel, oogstten de A-internationals van la Squadra Azzurra juist lof. Bondscoach Cesare Prandelli staat erom bekend dat hij zijn ploegen altijd aanvallend voetbal laat spelen en dat was zondag tegen Mexico, in het eerste duel in de groepsfase, niet anders. De Italianen kregen loon naar werken (2-1).
Tegen Japan was Italië in de eerste 35 minuten geen schim van zichzelf, wat grote ergernis bij Prandelli wekte. De oefenmeester slachtofferde Alberto Aquilani al na een half uur. De middenvelder heeft een uitstekend seizoen achter de rug bij Fiorentina en deed het ook in de voorbereiding op de Confederations Cup leuk, maar tegen Japan voetbalde hij als een amateur en haalde Prandelli hem begrijpelijk naar de kant.
Maar Prandelli had eigenlijk zijn hele elftal kunnen - moeten - wisselen, want Italië werd overlopen door de Aziatisch kampioen. De wissel van Aquilani, afgelost door Sebastian Giovinco, sorteerde aanvankelijk ook niet het gewenste effect. Enkele minuten daarna zorgde Shinji Kagawa op prachtige wijze voor de 0-2. De speler van Manchester United legde Giorgio Chiellini in de luren en schoot uit de draai raak.
Chiellini, normaal juist kopsterk, moest het in de beginfase ook al eens afleggen in de lucht. Toen werd de verdediger van Juventus nog gered door goalie Gianluigi Buffon, die een kopbal van Ryoichi Maeda knap keerde. Daarna was Japan nog een aantal keer gevaarlijk en na een kwart wedstrijd leidde dat tot de dik verdiende 0-1.
Mattia De Sciglio zag zijn te korte terugspeelbal op Buffon onderschept worden door Shinji Okazaki, die vervolgens naar de grond werd gehaald door de Italiaanse sluitpost. Scheidsrechter Diego Abal zag er een strafschop in en die werd benut door voormalig VVV'er Keisuke Honda. Na de 0-2 van Kagawa leek het beslist.
Maar vijf minuten voor rust viel uit het niets de aansluitingstreffer. Daniele De Rossi kopte overtuigend raak uit een hoekschop van de tot dat moment onzichtbare Andrea Pirlo. Dat deed de viervoudig wereldkampioen ontwaken. Opeens was het weer het Italië dat we kennen van het treffen met Mexico en het afgelopen EK. Kort voor de doelwissel raakte Emanuele Giaccherini nog de paal, maar drie minuten na de pauze had de Juventus-speler meer geluk. Atsuto Uchida gleed zijn voorzet in eigen doel.
Drie minuten later was de comeback compleet. Op een schot van Giovinco kreeg Makoto Hasebe de bal ongelukkig tegen zijn arm, waarop de arbiter een dubieuze penalty toekende. Dat presentje werd dankbaar uitgepakt door specialist Mario Balotelli (3-2). Daarna vielen i Azzurri echter terug naar hun oude niveau.
Japan had in het resterende deel duidelijk de overhand en kwam in de zeventigste minuut langszij. Okazaki kopte raak uit een vrije trap van Endo en even later had Honda de 4-3 op zijn schoen. De sterspeler frommelde zich door de Italiaanse achterhoede, maar zag Buffon een puike redding maken. Bovendien zat het niet mee in de afwerking. Zo werd in één aanval de paal en lat geraakt, en hield Italië stand. De runner-up van Euro 2012 ging er dankzij Giovinco zelfs nog met de winst vandoor.
Je moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
Inloggen