Chelsea heeft een historische prestatie neergezet door een jaar na de Champions League ook de Europa League te winnen. De Engelse topclub versloeg Benfica op de valreep in de finale op Amsterdamse bodem: 2-1. Verdediger Branislav Ivanovic zorgde in blessuretijd voor het winnende doelpunt.
Benfica schoot fel uit de startblokken en drong Chelsea nadrukkelijk achteruit. Het elftal van trainer Jorge Jesus, aanvankelijk zonder buitenspeler Ola John in de gelederen, ging echter allerminst efficiënt te werk. De ene na de andere fraaie aanval werd opgezet, maar de afwerking ontbrak steeds. Zo raakte Gaitan de bal in kansrijke positie totaal verkeerd en bleef een goede vrije trap-variant beperkt tot paniek voor het doel van de Londenaren.
Nathan Aké, het Haagse talent van Chelsea, zag zijn ploeggenoten vanaf de kant aan het werk. De verdediger begon na een half uur langs de lijn aan zijn warming-up, maar tot een invalbeurt zou het niet komen. Aanvoerder John Terry moest zelfs op de tribune plaatsnemen omdat hij onvoldoende was hersteld van een enkelkwetsuur. Ook de Belgische aanvaller Eden Hazard kon wegens blessureleed niet binnen de lijnen verschijnen.
De topschutter van Benfica was ook dicht bij een tweede treffer, maar zijn volley kon op het nippertje onschadelijk worden gemaakt door Cech. Een verlenging leek onvermijdelijk, zeker nadat Lampard met een prachtige uithaal de lat trof. Diep in blessuretijd zorgde Branislav Ivanovic alsnog voor de beslissing. De verdediger kopte Chelsea uit een hoekschop naar de hoofdprijs in de Europa League. Voor Benfica is het inmiddels de zevende (!) verloren finale in Europa op rij.
Je moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
Inloggen