Italië heeft op de derde speeldag van groep B van de WK-kwalificatiecyclus geen fout gemaakt. De runner-up van het afgelopen EK zegevierde vrijdag op bezoek bij Armenië. Het werd 1-3 in Yerevan.
Uit een makkelijk gegeven strafschop opende Andrea Pirlo na elf minuten de score. Henrik Mkhitaryan maakte na 27 minuten gelijk, terwijl de Italiaan Christian Maggio geblesseerd op de grond lag. Daniele De Rossi en Pablo Osvaldo voorkwamen in het laatste half uur een Italiaanse blamage.
Tsjechië won eerder op de dag thuis met dezelfde cijfers van Malta. De ploeg van bondscoach Michal Bilek maakte in Plzen eveneens pas na rust het verschil. Door toedoen van Theodor Gebre Selassie en Roderick Briffa stond het bij de pauze verrassend gelijk. Na de doelwissel stelden de Tsjechen orde op zaken, dankzij Tomas Pekhart en Jan Rezek. In blessuretijd verzuimde Michael Mifsud de spanning terug te brengen. De Maltees miste een strafschop.
Bulgarije en Denemarken schoten weinig op met een gelijkspel. Beide landen bleven in Sofia op 1-1 steken. Bulgarije, met FC Twente-keeper Nikolay Mihaylov en PSV’er Stanislav Manolev (eerder deze kwalificatiecyclus al goed voor twee treffers) in de basis, kwam al in de zevende minuut op voorsprong, door toedoen van Dimitar Rangelov. Nicklas Bendtner legde vijf minuten voor rust, een kwartier na de rode kaart van de Bulgaar Ivan Bandalovski, de eindscore vast op 1-1. Bij de Denen speelde Ajacied Christian Eriksen bijna de hele wedstrijd.
Italië gaat aan de leiding in de poule, met zeven punten uit drie duels. Bulgarije staat met vijf uit drie tweede, gevolgd door Tsjechië (vier uit twee), Armenië (drie uit drie), Denemarken (twee uit twee) en de nog puntloze hekkensluiter Malta.
Je moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
Inloggen