Martens: "Zondag de volgende tik uitdelen"

Winnen in Amsterdam, dat is voor AZ geen dagelijkse kost. De laatste keer dat de Alkmaarders een uitwedstrijd tegen Ajax wisten te winnen, was in 1981. Donderdag maakte AZ een eind aan die lange, frustrerende serie. In een met kinderen gevulde ArenA won de ploeg met 2-3. En daar viel bovendien weinig op af te dingen.

Natuurlijk, misschien had AZ een beetje geluk dat scheidsrechter Van Boekel de bal tien minuten na rust op de stip legde na een aangeschoten handsbal van Toby Alderweireld. Vanaf elf meter kon Rasmus Elm toen de, achteraf beslissende, 2-3 binnenschieten. Maar wie de hele wedstrijd gezien had, kon niet anders concluderen dan dat de winst de Alkmaarders toekwam. Vooral in het laatste half uur van de eerste helft was AZ veel beter en bovendien was het veelzeggend dat de ploeg eigenlijk amper in de problemen kwam toen Ajax na rust alles op alles ging zetten.

AZ oogde volwassen en stabiel, ook zonder de vertrokken sterkhouder Pontus Wernbloom. De Zweed is per direct overgestapt naar CSKA Moskou, wat inhoudt dat AZ na de winterstop met een ander middenveld moet spelen. Maarten Martens is hersteld van een blessure en staat nu achter de spitsen, de jonge Adam Maher heeft de plek van Wernbloom rechts op het middenveld overgenomen. Dat nieuwe middenveld liet tegen Ajax een prima eerste indruk achter, vindt ook Martens.

Die verlenging kwam er, gelukkig voor de Belg, niet. AZ sleepte de 2-3 over de eindstreep en maakte zo een eind aan de lange serie zonder overwinning in Amsterdam. Dat dit de eerste Alkmaarse zege bij Ajax sinds 1981 was, wist Martens niet. “Maar ik wist wel dat het heel lang geleden was. Wat deze overwinning zegt? Nou, we zijn er in ieder geval heel blij mee. Dit geeft veel vertrouwen. Het is toch altijd even afwachten hoe je uit de winterstop komt, zeker als je een basisspeler kwijt geraakt bent. Om dan zo'n wedstrijd te spelen, is voor iedereen heel prettig.”

Als Ajax zondag weer verliest, zijn de Amsterdammers vrijwel zeker uitgeschakeld in de strijd om het kampioenschap. Daar wilde Martens donderdag echter nog niet op vooruit lopen. “Op dat soort vragen ga ik nu niet in. We moeten eerst maar eens zien te winnen, zondag. Als dat lukt, mag je deze vraag nog een keer stellen.”