Met het duel tussen FC Barcelona en AC Milan stond in de ouverture van de Champions League direct een kraker op het programma. De Catalanen keken in het eigen Camp Nou al na 24 seconden tegen een achterstand aan, waren in het restant van de partij superieur, maar zagen de Italiaanse grootmacht in de blessuretijd toch nog langszij komen: 2-2. Een kopbal van Thiago Silva bezorgde de Italianen in extremis een onverwacht punt.
Titelhouder Barcelona gaf eerder aan dit seizoen voor de ultieme uitdaging te gaan: nog nooit won een club de Champions League, sinds de invoering van het lucratieve kampioenen, twee keer achter elkaar. De Spanjaarden traden in het duel tegen Milan dan ook op oorlogssterkte aan met een voorhoede die bestond uit Messi, Pedro Rodriguez en David Villa. Laatstgenoemde werd acht minuten voor tijd door Ibrahim Afellay afgelost, die zo ook nog wat speelminuten werd gegund
Waar tactische strijdplannen vaak naar de prullenbak verwezen kunnen worden na een vroege achterstand, was daar bij dit duel geen sprake van. Barcelona bleef zoals altijd gedoseerd aanvallen, wat de thuisploeg bijna tot tweemaal toe de gelijkmaker opleverde in de beginfase. Messi trof eerst uit een vrije trap de paal en vond even later Milan-doelman Christian Abbiati op zijn weg. De Italianen beperkten zich na hun vroege voorsprong gedurende de rest van de partij tot verdedigen en probeerde tevergeefs kansen te creëren door middel van countervoetbal.
De Catalanen kwamen geen moment meer in de problemen en Afellay had het duel drie minuten voor tijd definitief in het slot kunnen gooien, maar de Oranje-international loste een zwak schot. Toch was het Milan, dat zichzelf in de blessuretijd na een zwak optreden nog wist te belonen met een puntje. Na een corner van Seedorf torende Thiago Silva boven de Spaanse verdediging uit en strooide zo nog meer zand in de Catalaanse machine.
Je moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
Inloggen