Ooijer trekt geen lange neus: "Zo ben ik niet"

Het was even schrikken voor Nederland, toen Joris Mathijsen vlak voor de wedstrijd tegen Brazilië afhaakte met een blessure. Hij kreeg last van zijn knie, verdween de kleedkamer in en moest worden vervangen door André Ooijer. De verdediger had maar een paar minuutjes om warm te lopen en aan het idee te wennen dat hij moest spelen, maar maakte tegen de Brazilianen een uitstekende indruk.

Ooijer, die op de dag van de WK-finale zijn 36ste verjaardag viert, bleef na de wedstrijd nuchter over zijn goede 'invalbeurt'. "Ik heb in mijn carrière al veel meegemaakt, ik weet wat er in zo'n wedstrijd moet gebeuren. Of ik moest wennen? Nee hoor, dat ging vanzelf. Ook fysiek heb ik nergens last van, hoewel mijn laatste volledige wedstrijd twee maanden geleden was. Misschien komt er morgen nog een reactie, maar dat zien we dan wel. Voorlopig heb ik geen kramp of iets dergelijks."

Mede door die redding bleef Oranje geloven in een zege op de grote favoriet voor de wereldtitel, vertelt Ooijer. "In rust waren we er al van overtuigd dat we konden winnen. Echt waar. Na die snelle 1-1 werd dat gevoel alleen maar sterker. In de slotfase hadden we zelfs uit kunnen lopen naar 3-1 of 4-1. Dat gebeurde helaas niet, waardoor het gevaarlijk bleef. Gelukkig hebben we de wedstrijd eruit kunnen slepen."

Ooijer, officieel clubloos, staat hierdoor in de halve finale van het WK. Zijn optreden zal bij PSV met gemengde gevoelens bekeken zijn, want de club besloot vlak voor het WK om de verdediger geen nieuw contract aan te bieden. Een lange neus trekken doet Ooijer echter niet. "Daar ben ik de man niet naar. Bepaalde mensen hebben een beslissing genomen, daar zullen ze ongetwijfeld nog steeds achter staan. Jammer, want ik voel me fit genoeg om nog een jaar door te gaan en denk dat ik nog altijd van waarde kan zijn voor een elftal. Dat heb ik vandaag laten zien."