De ongeslagen reeks van FC Barcelona in de Primera Division is na ongeveer negen maanden ten einde gekomen. Zondagavond incasseerde de Spaanse kampioen een nederlaag, iets wat het al sinds 23 mei 2009 niet meer had gedaan (0-1, Osasuna). Atletico Madrid versloeg de Catalanen met 2-1.
Atletico legde de basis voor de driepunter in het eerste kwart van de topper. Na tien minuten kwam het op voorsprong via Diego Forlan. Jose Antonio Reyes stuurde de Uruguayaan met een perfecte steekbal diep. Oog in oog met doelman Victor Valdes bleef Forlan vervolgens koel en schoot de 1-0 in de verre hoek. Twaalf minuten later verdubbelde de thuisclub de score. Vanaf de rand van het strafschopgebied vuurde Simao een vrije trap kiezelhard in de rechterkruising.
De comfortabele voorsprong van Atletico was op dat moment meer dan verdiend. De hoofdstedelingen hadden immers het betere van het spel. Niet lang na de 2-0 bracht Zlatan Ibrahimovic de spanning echter volledig terug. De Zweedse ex-Ajacied tikte geheel vrijstaand bij de tweede paal een corner binnen, na doorkoppen van Puyol.
In het resterende uur vielen er geen doelpunten meer, desondanks bleef de wedstrijd uiterst boeiend. Beide clubs kregen legio kansen om te scoren, maar hadden geen geluk in de afwerking. De beste kans was voor Lionel Messi, maar de Argentijn had in vrijstaande positie te veel tijd nodig om de bal aan te nemen, waardoor Atletico-goalie David de Gea Quintana redding kon brengen.
Vorig seizoen heropende de nederlaag van Barcelona in Vicente Calderon de strijd om de landstitel met Real Madrid. Dat lijkt ook deze voetbaljaargang het geval. Real won zaterdagavond namelijk wél, bij Deportivo Xerez werd het 3-0, waardoor het nog maar twee punten achterstand heeft op de grote rivaal uit Catalonië.
Je moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
Inloggen