Real Madrid heeft maar twee uurtjes mogen genieten van de koppositie in de Primera Division. De Koninklijke greep de macht in Spanje na een 5-1 zege bij Tenerife, maar omdat FC Barcelona later op de avond thuis afrekende met Malaga (2-1), gaan de Catalanen weer aan kop. Het gat met Real bedraagt na 24 duels twee punten.
Dat het in Camp Nou slechts 2-1 werd voor Barcelona, mag een groot wonder heten. De ploeg van trainer Pep Guardiola, die midweeks in de Champions League met 1-1 gelijkspeelde bij VfB Stuttgart, stapelde kans op kans, maar treffers bleven uit. Pas in de 68ste minuut brak Pedro Rodriguez de ban. De trefzekere flankspeler kapte naar binnen en schoot van ruim zestien meter hard de 1-0 tegen de touwen.
Ook na de openingstreffer had Barça de overhand, maar het waren de bezoekers die tien minuten voor tijd geheel uit het niets op gelijke hoogte kwamen. Rocha Lopes Valdo ontsnapte op luttele centimeters aan de buitenspelval en schoof na een vrije doortocht beheerst de gelijkmaker achter Barcelona-doelman Victor Valdes.
De 1-1 kwam als een complete verrassing, maar Barcelona herpakte zich snel. Drie minuten later bracht Lionel Messi, na een voorzet van Daniel Alves, de thuisclub voor de tweede keer aan de leiding. Deze keer was dat definitief. In blessuretijd pikte ook Zlatan Ibrahimovic nog een doelpunt mee, ware het niet dat de goal van de voormalig Ajacied werd afgekeurd. De spits zou een duwfout hebben gemaakt ten opzichte van een tegenstander, maar op de tv-beelden was daar weinig van te zien.
Je moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
Inloggen