Olaf Lindenbergh heeft geen medelijden met Dirk Scheringa, de AZ-voorzitter die zijn bedrijf DSB Bank deze week zag omvallen. De middenvelder was tussen 1999 en 2005 actief voor de Alkmaarse club.
"Ik vind dit echt lullig voor AZ en alle gedupeerden, maar met Scheringa heb ik geen medelijden. Wat er nu is gebeurd, verbaast mij niks", zegt Lindenbergh in Voetbal International. De middenvelder hoorde in 1999 tijdens de besprekingen met AZ dat hij een tekengeld van circa één miljoen gulden kan ontvangen. Hij moet er alleen wel vijf jaar op wachten.
"De onderhandelingen waren met de toenmalige financieel directeur Jan Kasper", weet Lindenbergh nog. "Scheringa zat er zelf niet bij. Hij wist wel wat te regelen. Ik zou aandelen krijgen met een gegarandeerd rendement. Na vijf jaar praten we dan wel over een miljoen, dacht hij zo. Nou, dat klonk goed. Hij wilde alleen niets op papier zetten. Kasper zei: Als Dirk zijn woord geeft, dan komt het wel goed."
"Ik was met mijn zaakwaarnemer en er zat een advocaat bij. De club wilde niks op papier, want dan kon het niet volgens hem en daarbij was een mondelinge overeenkomst ook geldig. Wij dus akkoord. Maar toen ik een paar jaar later eens vroeg hoe het zat, wist Scheringa er niks meer van. Sterker nog: de aandelen waren zo gezakt dat ik intussen een schuld had van ongeveer 600 duizend gulden. Dan schrik je wel."
"Ik was niet de enige. Die Kasper wilde niks meer zeggen. Die werd waarschijnlijk tot zijn 65ste betaald om zijn mond te houden. Mijn vriendin was net zwanger. En dan loop je dus ineens met een enorme schuld. Ik kon alleen van het probleem af als ik mijn contract openbrak. Dan zou Dirk de schulden verder wel regelen. Als ik niet zou tekenen, had het nog veel verder kunnen oplopen. Ja, natuurlijk was ik daar kwaad over. Maar niemand kon mij garanderen hoe een rechtszaak zou aflopen", besluit Lindenbergh.
Je moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
Inloggen