Een echte revanche kan je het niet noemen, een oefenduel is niet te vergelijken met een wedstrijd die er 'echt' om gaat. Toch zullen een aantal spelers uit de huidige selectie van Zweden deze week af en toe terugdenken aan juni 2004. Toen, in het zonnige Faro, stonden Zweden en Nederland ook tegenover elkaar. Een terugblik.
De groepsfase
Europese kampioenschappen zijn rare fenomenen. Vraag een fan van het Nederlands elftal naar het EK van 2004 en vrijwel iedereen zal een vies gezicht trekken. Vraag vervolgens naar het afgelopen EK in Zwitserland en Oostenrijk, en de herinneringen komen boven aan de prachtige wedstrijden tegen Italië en Frankrijk. Maar feit is dat Oranje in 2004, onder de destijds vervloekte bondscoach Dick Advocaat, dichter bij de titel was dan in 2008 onder Van Basten.
Door de nederlaag leek Oranje uitgeschakeld, maar omdat Tsjechië op de laatste speeldag van Duitsland won (2-1), had Nederland aan een 3-0 zege op Letland toch nog voldoende om door te gaan. De ploeg ging naar de kwartfinale, waarin Zweden de tegenstander was. Zweden was als eerste geëindigd in een groep met Italië, Denemarken en Bulgarije en had vooral indruk gemaakt door de Bulgaren met 5-0 van het veld te poetsen. Oranje was dus gewaarschuwd.
Paal, lat, net naast en net over
Naarmate de wedstrijd vorderde bleek echter niet Zlatan, maar Fredrik Ljungberg de grootste kwelgeest van de Nederlandse defensie te zijn. De aanvaller van Arsenal zorgde continu voor gevaar en was in de reguliere speeltijd al dicht bij de 1-0. Zijn schot zeilde echter net naast het doel van Van der Sar. In de bloedstollende verlenging raakte de aanvaller zelfs de paal, nadat even daarvoor landgenoot Larsson al de lat op zijn weg gevonden had. Oranje ontsnapte dus, maar ook de Zweden hadden over geluk niet te klagen. Doelman Isaksson kreeg een schot van Arjen Robben namelijk niet onder controle, waarna de bal via zijn lichaam op curieuze wijze tegen de paal caramboleerde. Door het effect dat de bal had, kon de instormende Roy Makaay vervolgens nét niet zijn voet tegen de bal zetten. Overigens maakte Isaksson deze fout even later weer goed, door een vrije trap van Clarence Seedorf op meesterlijke wijze weg te tikken onder de deklat.
Weer die strafschoppen...
Ballen op de paal, op de lat, net over en vlak naast: de wedstrijd Zweden-Nederland bevatte bijna alles, behalve goals. En dus moesten na 120 minuten strafschoppen de beslissing brengen. Nederlandse fans zagen de bui al hangen, want tijdens de drie vorige toernooien waaraan Oranje deelnam (2000, 1998 en 1996) ging het mis vanaf elf meter. Oranje en strafschoppen, het leek een vervloekte combinatie.
De buit was bijna binnen, zeker toen de volgende inzet van Fredrik Ljungberg de lat raakte. Tot ontzetting van alle Nederlanders ging de bal van Ljungberg via de lat en de rug van Van der Sar echter alsnog in het doel, waardoor Zweden in de race bleef. Sterker nog, toen Cocu zijn inzet op de paal zag belanden was de stand weer gelijk. Wilhelmsson en Makaay zorgden er hierna voor dat de serie in 4-4 eindigde, waarna overgegaan werd tot een 'sudden-death'. De Zweedse captain Olof Mellberg stapte als eerste naar voren. Hij schoot naar rechts, maar Van der Sar zag het gebeuren. Hij stopte de inzet, waarna namens Nederland Arjen Robben richting de stip liep. De jonge aanvaller faalde niet en schoot Nederland niet alleen naar de halve finale, maar beëindigde zo bovendien het penalty-trauma waarmee het hele land al jaren kampte.
Je moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
Inloggen