Spanje gaat met Duitsland uitmaken wie zich de nieuwe Europees kampioen mag noemen. De ploeg van bondscoach Luis Aragones won na het pouleduel ook de halve finale van Rusland. Het elftal van Guus Hiddink kwam nauwelijks goed in de wedstrijd en verloor met 3-0.
In het tweede duel in de halve finales kwam Spanje het beste uit de startblokken. De equipe van de vertrekkende Aragones drukte de Russen in het kletsnatte Ernst Happel Stadion ver terug. Via aanvallers Fernando Torres en David Villa kregen de Zuid-Europeanen bovendien kansen om de score te openen. Doelman Igor Akinfeev maakte beide pogingen onschadelijk.
Spanje moest na ruim een half uur een tegenvaller incasseren. Toernooitopscorer Villa, die in de poulewedstrijd tegen Rusland (4-1) drie van de vier Spaanse doelpunten had gemaakt, liet zich met een enkelblessure vervangen. Arsenal-middenvelder Cesc Fabregas kwam voor hem binnen de lijnen. De noodgedwongen wissel zou Spanje echter weer de bovenliggende partij maken.
Na rust hengelden de Spanjaarden, voor het eerst dit EK in hun mosterdkleurige uitshirts, het ticket voor de finale binnen. In de 50ste minuut zette Xavi zijn voet tegen een schot van Barcelona-collega Andres Iniesta: 1-0. Rusland zocht vervolgens nadrukkelijker de aanval en dat bood Spanje nog meer ruimte. Torres had iets na het uur de score moeten verdubbelen. De spits van Liverpool wist zich geen raad met de grote kans.
De formatie van Aragones wist de Russen uitstekend te bespelen. Andrei Arshavin, tegen Nederland de stuwende kracht achter de Russische aanvalsgolven, kwam donderdagavond geen moment in zijn spel. Ook de gevreesde rushes langs de flanken werden vakkundig door Spanje afgestopt. In Wenen mogen de Zuid-Europeanen zondag met Duitsland gaan spelen om de toernooiwinst. De Europees kampioen van 1964 stond in 1984 voor het laatst in de EK-finale. Destijds was Frankrijk te sterk voor Spanje (2-0).
Je moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
Inloggen