"Fenerbahçe??" De hotelmedewerker keek me aan met een gezicht alsof hij zojuist een dode rat in zijn broodje döner gevonden had. Ik had hem net gevraagd hoe ik het beste naar het stadion van Fenerbahçe kon gaan, maar dat had ik beter niet kunnen doen. De weg naar het stadion van Besiktas wilde hij mij dolgraag uitleggen, maar naar Fenerbahçe? Daar wilde hij niets mee te maken hebben.
De rivaliteit tussen de drie topteams in Istanbul (Besiktas, Fenerbahçe en Galatasaray), is groot. Heel groot. Van deze drie is Galatasaray, internationaal gezien, de meest succesvolle club. De ploeg won als enige Turkse club ooit een Europa Cup (de UEFA Cup in 2000), een jaar later gevolgd door de Europese Super Cup. Bovendien bereikte de ploeg ooit de halve finale van de Europa Cup I en de kwartfinale van de Champions League, een prestatie die geen enkele Turkse club heeft kunnen evenaren.
Sinds Trabzonspor in 1984 met de titel aan de haal ging, is de landstitel altijd naar Besiktas, Fenerbahce of Galatasaray gegaan. De drie clubs vochten al menig robbertje uit en spelers die er voor zorgden dat 'hun' club te titel pakte, worden voor de fans direct helden voor het leven. Neem bijvoorbeeld Pierre van Hooijdonk. De spits speelde slechts twee seizoenen voor Fenerbahçe, maar loodste de club beide jaren naar de titel. In het seizoen 2003/2004 scoorde hij bovendien 23 keer voor de blauw-gelen, waarmee hij in één klap een grote held werd voor de Fener-fans.
En mijn hotelmedewerker? Toen ik hem snel vertelde dat ik uit Nederland kwam en hoopte dat Fenerbahçe ging verliezen tegen PSV, was hij al snel weer mijn beste vriend. "I hope PSV wins with 0-8", grapte hij. Als een boer met kiespijn, want de 8-0 nederlaag van zijn Besiktas tegen Liverpool deed duidelijk nog pijn. De enige manier waarop die pijn weggenomen kan worden, is een flinke nederlaag van Fenerbahçe.
Je moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
Inloggen