Tijd begint te dringen voor Oranje

Natuurlijk, een nederlaag in een oefenduel is geen drama. En oké, de afwezigheid van beoogde basisspelers als Arjen Robben, Joris Mathijsen en vooral aanvoerder Edwin van der Sar kan aangevoerd worden als excuus. Maar toch. Dat Oranje zich woensdag in Genève in de luren liet leggen door een land als Zwitserland (2-1), is geen goed teken. Offensief was het bij vlagen heel aardig wat Oranje liet zien, maar defensief was het simpelweg nog lang niet EK-waardig.

Nog ruim twee weken heeft bondscoach Marco van Basten. Dan wacht immers de cruciale EK-kwalificatiewedstrijd tegen Bulgarije, vier dagen later gevolgd door de uitwedstrijd tegen Albanië. Die twee duels móeten gewonnen worden, anders is het EK ver weg. Zeker een nederlaag tegen Bulgarije kan fatale gevolgen hebben. Het zou er zelfs toe kunnen leiden dat Oranje, voor het eerst sinds 1984, een EK mist.

De strafschop werd immers verzilverd door Tranquillo Barnetta en diezelfde Barnetta zorgde na rust ook voor de 2-0. De middenvelder van Bayer Leverkusen mocht zomaar doorlopen in de Nederlandse verdediging en passeerde Stekelenburg met een geweldig schot in de korte hoek.

Na rust herstelde Van Basten dit, en schoof Van Persie naar de rechterflank. Van der Vaart en Van Nistelrooy moesten het veld ruimen, voor hen kwamen Ryan Babel en Dirk Kuyt. Dat leverde direct succes op, toen Ryan Babel, luttele seconden na de 0-2 van Barnetta, zijn directe tegenstander passeerde met een geweldige sprint. Hij bediende vervolgens Kuyt op maat, die raak kopte.

Oranje zette hierna nog wel even aan voor de gelijkmaker, maar de Zwitsers hielden relatief eenvoudig stand. Sterker nog, via Yakin had de thuisploeg nog een enorme kans op de 3-1, maar de spits schoot over. Oranje leed hierdoor de eerste nederlaag sinds juni 2006, toen Portugal op het WK met 0-1 te sterk was. Het is nu te hopen, dat het opnieuw ruim een jaar duurt voordat Oranje weer een wedstrijd verliest. Want de komende periode, kan de ploeg zich geen misstap permitteren.