Webster-arrest legt bom onder voetbalwereld

Het werd niet breed in de media uitgemeten, maar de transfer van Andy Webster kan in de komende transferperiode een schok in de voetbalwereld te weeg brengen, die qua invloed vergelijkbaar is met het Bosman-arrest. De Schotse international verhuisde in september 2006 van Heart of Midlothian naar zijn huidige club Wigan Athletic. 

Webster maakte gebruik van een gat in de FIFA-wetgeving waarin staat dat een speler onder de 28 in het vierde jaar van zijn contract zijn verbintenis kan opzeggen, mits hij de club het salaris van het laatste contractjaar overmaakt ter compensatie.

De compensatie is echter niet zo hoog als de transfersommen die tegenwoordig in de voetbalwereld als norm worden aangehouden. In Webster's geval bedroeg dit een schijntje van de door Hearts verlangde transfersom van drie miljoen euro. 

Een secundaire voorwaarde is dat de speler overstapt naar een club die niet bij dezelfde bond staat ingeschreven. Vrij vertaald betekent dit: geen binnenlandse transfers. Webster had dus onder dezelfde voorwaarden niet kunnen overstappen naar Glasgow Rangers of Celtic.

Het lijkt door deze regeling waarschijnlijk dat we de komende jaren bij een transfer van Ronaldinho naar AC Milan niet over een transfersom van honderd miljoen euro spreken, maar over een compensatie van 'slechts' van tien miljoen euro. Door de regeling zouden topvoetballers voor een relatief schijntje naar een andere buitenlandse club kunnen vertrekken.

De Spaanse krant AS meldde onlangs dat Barcelona Arjen Robben voor circa zes miljoen euro zou kunnen overnemen van Chelsea. De zes miljoen is wederom compensatie voor het salaris dat Chelsea aan Robben overmaakt in zijn contract jaar. Zijn teamgenoot Frank Lampard werd in verband gebracht met een soortgelijke transfer naar Juventus. De Engelsman zou volgens het Webster-arrest een slordige twaalf miljoen euro kosten. 

Ook FC Porto-spelers Ricardo Quaresma en Pepe, voorheen door hun club beide rond de 25 miljoen euro geschat, lijken nu voor een 'spotprijs' naar een Europese topclub te kunnen verhuizen. Quaresma zou circa tien miljoen moeten euro kosten, terwijl om de nek van de Braziliaan Pepe een prijskaartje van vijf miljoen hangt.

Mits de regeling algemeen aanvaard wordt, zal het voor een aardverschuiving in het hedendaagse voetbal zorgen. De marktwaarde van (top)spelers zal enorm dalen, de club kan immers niet meer een torenhoge transfersom verlangen. Het is dan ook interessant om af te wachten hoe de aankomende transferperiode gaat verlopen.