AZ heeft zich, op wonderbaarlijke wijze, weten te plaatsen voor de achtste finale van de UEFA Cup. In eigen stadion stonden de Alkmaarders lange tijd met 0-2 achter, maar slaagde de ploeg er uiteindelijk toch nog in om een 2-2 gelijkspel uit het vuur te slepen. Dat was, na de 3-3 in Istanbul, precies voldoende om door te bekeren. In de volgende ronde stuiten de Alkmaarders op Newcastle United.
Wie in Europees verband buitenshuis met 3-3 gelijk speelt, kan over het algemeen dik tevreden zijn. Een doelpuntrijk gelijkspel houdt immers in iedere zege in eigen stadion voldoende is om de volgende ronde te bereiken. Zelfs een gelijkspel met weinig treffers, in dit geval van 0-0 tot 2-2, zou volstaan.
"Fenerbahçe is misschien sterker geworden, maar wíj ook", counterde AZ-trainer Louis van Gaal dit gegeven. De coach doelde hiermee op de terugkeer van Shota Arveladze, de man die hij 'de beste speler van AZ' noemde. In het veld bleek de terugkeer van Kezman en Lugano echter een stuk belangrijker dan het feit dat Arveladze weer meedeed. Arveladze kwam namelijk, mede dankzij Lugano, amper in het stuk voor. Aan de andere kant onderscheidde Kezman zich wél, door na twintig minuten Tümer Metin weg te sturen. De Turk krulde de bal vervolgens fraai langs Boy Waterman: 0-1.
AZ kon hier weinig tegenover stellen. Met Arveladze, Dembele en Koevermans had Van Gaal drie pure aanvallers het veld in gestuurd, maar het trio kwam amper in het stuk voor. De Alkmaarders maakten een onmachtige indruk en Fenerbahçe rook haar kans. Nog voor rust kwamen de Turken op 0-2, door een knap schot van spelmaker Alex da Souza. Deze tussenstand had met een 1-3 in Turkije geen gevolgen gehad, maar door het gelijkspel in Istanbul stond AZ nu plotseling op de rand van de afgrond.
Ook Louis van Gaal begreep dat en de coach nam in de rust geen halve maatregelen. Hij haalde Nourdin Boukhari en Rogier Molhoek van het veld en bracht met Julian Jenner en Maarten Martens twee spelers in het veld die met een aanvallende actie een wedstrijd kunnen openbreken. Deze wissels misten hun uitwerking niet. AZ kwam als herboren uit de kleedkamer en greep, wetende dat het ook geen andere keus had, direct de aanval. De Alkmaarders legde een onvervalst potje alles-of-niets voetbal op de mat, tot enthousiasme van het publiek in het uitverkochte DSB Stadion.
Echt veel grote kansen leverde dit offensief echter niet op. In het eerste kwartier na rust had de thuisploeg slechts één grote mogelijkheid om het duel nieuw leven in te blazen, maar de door Van Gaal bewierookte Arveladze verzuimde om een goede voorzet van Julian Jenner binnen te glijden. Er moest uiteindelijke een individuele actie van Maarten Martens aan te pas komen om de ban te breken. De Belgische invaller kreeg de bal in het Turkse strafschopgebied, behield de rust, speelde zijn mannetje uit en knalde de bal uiteindelijk achter Fenerbahçe-doelman Demirel.
In de slotfase kon het dubbeltje allebei de kanten op vallen. De herinneringen in Alkmaar gingen terug naar 2005 en 2006, toen de ploeg het in eigen stadion nét niet redde tegen respectievelijk Sporting Lissabon en Real Betis. Ditmaal kwam het echter net wél goed. Drie minuten voor tijd ontpopte routinier Barry Opdam zich tot de held van Alkmaar door een voorzet van Maarten Martens bij de tweede paal binnen te koppen. Deze 2-2 was net voldoende om door te bekeren en bovendien behield de club haar ongeslagen status in Europese thuiswedstrijden. Het was een narrow escape, maar daar zal iedereen in Alkmaar en omstreken maling aan hebben. Het Europese avontuur gaat door, dat is het belangrijkste.
Je moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
Inloggen