Faas Wilkes op 82-jarige leeftijd overleden

Het Nederlands voetbal heeft in de persoon van Faas Wilkes een icoon verloren. De legendarische aanvaller, die gezien wordt als één van de beste Nederlandse voetballers ooit, is dinsdag op 82-jarige leeftijd overleden. Wilkes maakte in 38 interlands liefst 35 doelpunten, waarmee hij nog altijd op de derde plaats staat op de eeuwige topscorerslijst van het Nederlands elftal.

Het feit dat Johan Cruijff Faas Wilkes ooit zijn grote voorbeeld noemde, zegt genoeg over de status van de voormalig spits. In zijn rijke loopbaan, die in 1940 begon bij het Rotterdamse Xerxes, ontwikkelde Wilkes zich tot één van de beste Nederlandse spelers aller tijden. Na avonturen bij Internazionale, Torino, Valencia, VVV, Levante en Fortuna '54 nam hij in 1964 op 40-jarige leeftijd bij zijn jeugdliefde Xerxes afscheid van het voetbal.

Wilkes was de eerste Nederlandse voetballer die naar Italië uitweek. "Il Tulipano" ontving 70.000 gulden toen hij in 1949 een tweejarig contract bij Internazionale tekende. Hij verdiende vijfhonderd gulden per maand in Milaan waar nog steeds mensen rondlopen die Servaas heten. Wilkes werd in 1954 uitgeroepen tot voetballer van het jaar in Spanje. De speler van Valencia hield Di Stefano (Real Madrid) en Kubala (Barcelona) ver achter zich.

Het feit dat Wilkes in deze periode slechts tot 38 interlands kwam, had te maken met problemen tussen de spelers en de nationale bond. Na zijn legendarische debuut in Oranje, een wedstrijd tegen Luxemburg in 1946 waarin hij direct vier keer scoorde, viel Wilkes al snel weer buiten de boot bij de KNVB. De bond weigerde in die periode immers om profvoetballers op te roepen voor de nationale ploeg. 

Wilkes was, na Bep Bakhuys, de tweede Nederlandse profvoetballer aller tijden. Omdat profs niet welkom waren in de nationale ploeg, werd Wilkes tussen 1949 en 1956 buiten de nationale selectie gelaten. Pas daarna, toen het profvoetbal ingevoerd was, werd de razendsnelle dribbelaar weer uitgenodigd.

Samen met zijn vrouw Mona begon Wilkes na zijn loopbaan als voetballer in zijn geboorteplaats Rotterdam een kledingzaak, eerst aan de Lijnbaan vanaf 1982 aan de Kruiskade. Hij droeg het bedrijf in 2001 over aan zijn zoon Michael.